Deze column gaat niet over vliegtuigen die sneller gaan dan het geluid. Dat fenomeen fascineerde mij op de lagere school mateloos. Op vakantie kon ik urenlang op de heide zitten wachten tot er een straaljager overvloog: keer op keer verbaasde ik me over het geraas dat steevast pas enkele seconden daarná klonk.
Dit stukje gaat niet over het geluid dat vliegtuigen maken, maar over de geluiden die je in een vliegtuig hoort. En dat zijn er nogal wat.
Het schijnt zo te zijn dat mensen met vliegangst álle geluiden die zij tijdens de vlucht horen, verdacht vinden. Zelfs de geruststellende stem van de captain, die uitlegt dat we zojuist de daling hebben ingezet, dient gewantrouwd te worden. Dat zegt hij natuurlijk alleen maar om te verhullen dat de rechtermotor al een half uur in brand staat!
Grappig zijn de belletjes die je altijd hoort op het moment dat, tijdens een start of landing in het donker, de cabineverlichting gedoofd wordt: dat zijn de leeslampjes. Ook leuk: de opgeluchte kuchjes als het toestel veilig is geland. En het geklets dat plotseling weer op volle sterkte hervat wordt.
Maar er zijn ook minder amusante geluiden. Is het u wel eens opgevallen dat juist stewardessen met een bijzonder schelle stem hun hele verhaal over vliegveiligheid in drie talen plegen te houden? Of dat er juist een uitgebreide update over aansluitende vluchten is, als de microfoon een paar tikjes te hard staat afgesteld? Het feit dat passagiers recht onder die veel te primitieve geluidsboxjes zitten, is vermoedelijk één van de meest onderschatte problemen in de luchtvaartindustrie.
En dan zwijg ik maar over het vaak zeer goed hoorbare gebabbel van het kabinepersoneel. Roddelen over collega’s, klagen over arbeidsomstandigheden: wie geen koptelefoon op heeft, ontkomt er maar moeilijk aan. Zegt de ene steward tegen de andere, over de kist waarmee we op het punt staan met vierhonderd man de Indische Oceaan over te steken: “Tsja, het blijft een Frans toestel.” Echt gebeurd. Ik denk niet dat het als compliment bedoeld was.
Wie erop let, kan hele trends ontdekken in het taalgebruik van vliegtuigpersoneel. Bijvoorbeeld de neiging van stewards en stewardessen om razend snel hun script af te werken. Dan wordt “dames en heren” al snel “dame-sneren” en “nooduitgang” iets exotisch als “notegang”. Logisch natuurlijk: ze hebben het zelf al zó vaak uitgesproken, dat ze niet meer beseffen dat het voor veel passagiers toch echt de eerste keer is dat ze de tekst te horen krijgen.
Laatst deed een stewardess een wel heel opmerkelijke bekentenis. Nadat ze haar verhaal afgedraaid had, sloot ze af met: “Namens de geile bemanning wens ik u een prettige vlucht.” Zelfs de ingedutte zakenman naast me keek even op; toen drong het tot ons door dat ze natuurlijk gewoon het woord “gehele” te snel had uitgesproken.
Jammer – weer een kans verkeken om lid te worden van de Mile High Club.