
Vorige week donderdag en vrijdag werden in Parijs de resultaten van het onderzoek naar atypische arbeidscontracten in de luchtvaart gepresenteerd. Dit onderzoek, in opdracht van de European Cockpit Association (ECA) en de Association of European Airlines (AEA) en gefinancierd door de Europese Commissie, werd uitgevoerd door de Universiteit van Gent (België). Het is het eerste officiële onderzoek dat de misstanden onder, vooral piloten, aangaande arbeidscontracten, kwalificeert en kwantificeert.
Breed onderzoek
Het onderzoek vond plaats tussen september en november van vorig jaar. Met ruim 6600 vliegende piloten als respondenten uit verschillende landen binnen Europa en de grootste respons uit Nederland en Frankrijk (beiden 15%). Ryanair, Air France en KLM ‘leverden’ de top 3 van respondenten. De grootste groep van respondenten was tussen de 30 en 40 jaar oud en had minstens 10 jaar vliegervaring.
Andere arbeidscontracten
Veel (vooral jonge) piloten werken niet meer met een traditioneel contract. Piloten die meerdere keren van base moeten verwisselen, nul-uren contracten, vliegen op zelfstandige basis (ZZP’ers), het zijn allemaal zaken die niet nieuw zijn. Dit onderzoek zorgt ervoor dat, middels steun van de Europese Commissie, de verschillende overeenkomsten in kaart worden gebracht. Voor het eerst kan er ook een cijfer worden geplakt op de atypische tewerkstelling. Het onderzoek spreekt van 16% atypische tewerkstelling. Het merendeel van deze 16% heeft een tijdelijk contract zonder een minimaal aantal aan uren of vluchten via een ‘Tempory Work Agency’ (TWA).
ZZP’ers
Daarnaast constateert het rapport een groeiend aantal piloten dat op, zogezegd, zelfstandige basis vliegt. Deze trend is het grootst binnen de lage kostenmaatschappijen (LCC) waar 70% van de respondenten binnen een LCC aangeeft via een dergelijke constructie te werken. Deze groep heeft geen sociale bescherming, noch enige hulp bij administratieve en fiscale aangelegenheden. Aangezien zij maar voor één maatschappij (kunnen) vliegen betreft het hier schijnzelfstandigheid, immers een echte zelfstandige kan zijn of haar diensten aan meerdere opdrachtgevers beschikbaar stellen. In Nederland is dat verplicht voor ZZP’ers.
Werk aan de winkel voor iedereen
De onderzoekers stellen vast dat de luchtvaartwetgeving achterloopt op de nieuwe business modellen die binnen de luchtvaartwereld opkomen om de loonkosten te verlagen en de competitiviteit te verhogen. Dit resulteert volgens het rapport in sociale dumping waarbij crews worden gestationeerd buiten de EU met bijhorende gebrek aan fiscale en sociale bescherming. De onderzoekers benadrukken de urgentie van dit probleem en stellen dat de vliegveiligheid, eerlijke competitie en arbeidsrechten in het gedrang komen. De onderzoekers pleiten ook voor een betere regulering van de private vliegscholen.
Pay-to-fly
Over pay-to-fly constructies zegt het rapport dat deze wereldwijd verboden dienen te worden. De hoge schulden die een pilotenopleiding met zich meebrengt en de zwakke arbeidsmarkt zorgen ervoor dat afgestudeerde piloten zo zwak staan, dat in combinatie met malafide management bij pay-to-fly constructies, de vliegveiligheid in gevaar brengen. De onderzoekers pleiten daarom voor een Europees systeem voor financiering van de opleiding alsook een verplichte stage voor afgestudeerde piloten. Ook al zijn daar nog bedenkingen bij hoe dit praktisch in te vullen. De onderzoekers zijn er echter van overtuigd dat bij een investering in piloten de werkgever-werknemer relatie verbetert en bijgevolg ook de vliegveiligheid en de cultuur binnen de luchtvaart.
Meer zwaar weer op komst
Een andere grote uitdaging waarvoor de traditionele luchtvaart staat, zijn de hiaten in de ‘Open Skies Agreement’. Daarbij zetten met name luchtvaartmaatschappijen uit de Golfregio, de Europese en Amerikaanse luchtvaarmaatschappijen verder onder druk, door te kunnen steunen op miljoenen Dollars aan staatssteun, goedkope olie en minder strikte arbeidswetgeving. Maar ook de constructie van Norwegian, waarbij goedkopere crew uit niet Europese lidstaten (en bijhorende gebrek aan sociale wetgeving) met eveneens niet in Europa geregistreerde vliegtuigen, vluchten gaan uitvoeren vanuit Europa.
Actie
Het rapport roept op dat alle stakeholders actie ondernemen. Zowel de zorgen van de piloten als luchtvaartmaatschappijen moeten serieus genomen worden, met inachtneming van legitieme manier van flexibiliteit en arbeidsrecht alsook een eerlijke competitie. Ze besluiten het onderzoek met te stellen dat een evenwichtige balans tussen veiligheidsmaatregelen, rechten voor werkgevers en werknemers, van het hoogste belang is.
Volledige rapport kan u HIER (pdf) raadplegen.
[su_quote cite=”Jon Horne, Vice-Chair of the Sectoral Social Dialogue Committee. “]“The study represents a real milestone – the most comprehensive, rigorous, and concrete attempt to quantify and qualify some of the employment problems in the aviation industry. We are keen to analyse and discuss together with decision-makers the action needed to ensure long-term stability in European air transport, in particular with regard to the detrimental burden placed on younger pilots, exemplified by abhorrent ‘pay-to-fly’ schemes.”[/su_quote]
EU social dialogue’s study on #atypicalEMPL and “bogus self-employment” will feed the future work of the social partners & the EC
— EU Transport (@Transport_EU) 13 februari 2015