
Duitsland eist 300 miljoen euro van vliegtuigbouwer Airbus. De reden daarvoor is de late levering van de A400M.
De huidige Duitse transportvliegtuigen moeten nu drie jaar langer blijven vliegen. Het onderhoud van de C160’s kost tot 2021 volgens het Ministerie van Defensie ongeveer 300 miljoen euro. Dat geld moet Airbus maar ophoesten, vindt men in Berlijn.
De Luftwaffe plaatste met 53 nieuwe toestellen de grootste order bij Airbus, maar ontving tot nu toe slechts één exemplaar.
Geen succes
De ontwikkeling van de viermotorige turboprop is nog niet bepaald een succesnummer gebleken. Airbus heeft inmiddels 20 miljard euro geïnvesteerd in het toestel, het begrote budget was 13 miljard. Van de 174 bestelde toestellen zijn er nu pas twaalf geleverd. Duitsland wil dit jaar in totaal vijftien nieuwe toestellen zien.
Of die levering de komende tijd door zal gaan is nog maar de vraag. Na de crash in Sevilla van twee weken geleden, hebben de Spaanse autoriteiten namelijk een vliegverbod opgelegd voor het toestel. Bij de Duitse claim is met dit vliegverbod geen rekening gehouden, de kans bestaat dat Duitsland daarom nog een extra claim neerlegt.
Volgens de Financial Times zou Frankrijk ondertussen kijken naar de aankoop van vier Hercules toestellen bij Lockheed Martin, omdat dit toestel in de lucht helikopters kan bijtanken. Airbus kon niet beloven dat dit bij de A400M ook mogelijk is. Frankrijk is na Duitsland de grootste klant, met vijftig orders.