In een land vol sportfanaten is het logisch dat er altijd wel ergens een pooltje loopt om de voetbalcompetitie te verlevendigen. Of de Australian Open en Formule 1. Maar Australiërs beperken zich niet tot sport. Bij ons op de zaak kunt u zich bijvoorbeeld inkopen in weddenschappen omtrent de sneeuwhoogte in Tasmanië en wie de gelukkige dame zal zijn die over enkele weken aan de arm van The Bachelor dit tv programma mag verlaten.
Onze regering waagt zelf ook graag een gokje. Zo mag u in Australië uw eigen pensioenfonds starten. Dat heet hier een Self-Managed Super Fund. Via uw eigen fonds, een soort BV, kunt u beleggingspanden aanschaffen. Mocht u een minder getalenteerd belegger blijken, dan mag u van diezelfde overheid een verlies op uw investering verrekenen met uw inkomstenbelasting. Gokken wordt dus beloond. Waar vergelijkbaar beleid elders een financiële crisis inluidde, gokt Australië op een vrolijkere uitkomst.
Voordat u een verkeerde indruk krijgt: ik omarm de Australische ‘no worries’ mentaliteit en een leven zonder risico bestaat voor mij niet. Maar ik bouw wel een bruggetje naar de luchtvaart: we vergokken ook de toekomst van onze luchthavens!
Dat zit zo. De federale overheid heeft in 1997 een aantal grote luchthavens, waaronder Melbourne Airport, geprivatiseerd. De staat draagt haar investeringsplicht en de daaraan verbonden kans op winst (of verlies) over aan het bedrijfsleven, dat een fors bedrag aan diezelfde overheid betaalt voor dit ‘privilege’. De staat blijft overigens eigenaar van de grond, die op termijn doorgaans flink in waarde toeneemt. Privatisering van luchthavens is voor de staat dus een lucratieve aangelegenheid.
Een grote luchthaven binnen de grenzen legt ook lagere overheden geen windeieren. Omdat ons perceel zo’n 2400 hectare groot is betalen we jaarlijks bijvoorbeeld een bedrag aan lokale belastingen dat dusdanig veel nullen telt dat we om een factuur in A3 formaat hebben gevraagd. Onze accountants krijgen anders last van hun ogen. Wij vegen overigens onze eigen stoep en legen zelf onze vuilcontainers.
Daarnaast belasten lagere overheden hun inwoners, via ingezetenenbelastingen en leges. Vooral nieuwbouw loont, want meer huizen betekent meer belastingbetalers. Liefst op dat stuk braakliggende gemeentegrond bij de luchthaven. Bestuurders nemen een gok. De kans op winst, nu, versus geluidsoverlast, straks. “Moderne vliegtuigmotoren zijn toch stiller dan voorheen? Die geluidsoverlast valt vast mee.”
Dit mes snijdt aan twee kanten. Ook de verkoop van deze grond aan projectontwikkelaars spekt namelijk de kas. Die projectontwikkelaars gokken overigens graag mee. Die geplande nieuwe startbaan komt pas in 2030. Tegen die tijd is de investering al terugverdiend. Wie dan leeft…
Kijk, wie een huis wil kopen heeft een zekere onderzoeksplicht. En keuzevrijheid. Lees de openbare plannen van overheden en luchthavens. Omwonenden van een luchthaven krijgen te maken met geluidsoverlast, nu of later.
Toch pakt deze gokverslaving voor overheden beter uit dan voor luchthavens en omwonenden. Die mogen het samen uitvechten. Vaak trekken omwonenden aan het kortste eind: meer lawaai of een rem op de economie en werkgelegenheid.
Een onmogelijke keuze voor omwonenden, uiteraard. Onredelijk ook om te verwachten dat luchthavens de dolk in eigen hart steken en welvaart in hun ondergang meeslepen.
Het is onverantwoord om te gokken met welvaart en welzijn als inzet. Overheden moeten zich richten op langere termijn planning, beleid en rendement om zo de juiste balans te vinden tussen welvaart en welzijn rondom luchthavens.
Gokken: het casino wint uiteindelijk altijd.
Column Bjorn Hassert
Bjorn werkt als strategisch planner op Melbourne Airport. Hij schrijft over de passie, verbazing en, heel soms, frustratie die de dynamiek van een luchthaven bij hem oproept.
Lees alle columns hier.