Al jaren gaan mijn vrouw en ik elke zaterdagochtend samen buiten de deur koffie drinken. Met zijn tweeën, zonder de drukte, agenda’s en telefoons die doordeweeks zo vaak onze aandacht en energie opslurpen. Zo kwam het dat we in ons dorp op een terras zaten toen we werden aangesproken door een oudere man aan het tafeltje achter ons. Mijn vrouw en ik spreken Nederlands met elkaar, en deze man had onze taal herkend. Sterker nog: mijn accent. Hij stelde zich voor als Shane, en wat volgde was een lang en bijzonder gesprek.
Hij legde uit dat hij ons kon verstaan omdat hij vroeger voor zijn werk veel in Maastricht kwam. Als vlieger bij een grote Duitse maatschappij werd hij regelmatig naar Beek gestuurd om zijn simchecks en touch-and-go’s af te werken. Ik vertelde hem over mijn jongensjaren onder de rook van Maastricht, de stad die me dierbaar is, en me heeft opgezadeld met een DNA-profiel dat aantoont dat ik een afstammeling ben van Vlaai en Carnaval.
Toen bleek dat we allebei drager zijn van het luchtvaartgen, meldde Shane dat hij “even naar boven moest” om wat op te halen. Hij bleek boven het café te wonen waar we ons op dat moment bevonden. Een paar minuten later kwam hij naar beneden met een stapeltje boeken. luchtvaartboeken, variërend van trainingsmateriaal voor beginnende privévliegers tot een technisch handboek voor de Boeing 757. Hij bleek de auteur van deze boeken, die ik in de maanden na onze eerste ontmoeting heb doorgebladerd. Ik vond het knap hoe hij met het geschreven woord speelde en de vrij technische materie aangenaam leesbaar en toegankelijk wist te maken.
Zowel het gesproken als geschreven woord had hij zich overigens opnieuw eigen moeten maken nadat hij een tijd geleden een zware hersenbloeding had gekregen. Ik heb van dichtbij meegemaakt hoe heftig dit proces is en mijn bewondering voor deze fascinerende man nam verder toe. We praatten verder over de vele omzwervingen die ons uiteindelijk samen hadden gebracht op deze dag en deze plek. Hij vertelde over zijn Duitse echtgenote, en hoe ‘moeilijk’ die verbintenis ‘destijds’ lag in Europa.
Dit verbaasde me, want hoe kan een Australiër, die mij voorkwam als een kwieke zestiger, het gedachtegoed uit het naoorlogse Europa immers zo bewust hebben ervaren? Nou, dat kon omdat hij al ver in de tachtig was! Hij haalde een paar herinneringen op uit het Europa van de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw en snelde toen weer naar boven. Toen hij terugkwam, toonde hij ons een ingelijste zwart-wit foto. Op deze plaat was Shane te zien die, in militair uniform gekleed, een insigne opgespeld kreeg door prins Bernhard.
De cirkel was rond toen we spraken over Melbourne Airport. Ik vertelde hem dat ik daar nu werkte. Hij was daar onlangs geland in een machine, bestuurd door zijn zoon. Hij rondde met deze vlucht zijn promotie naar de linkerstoel succesvol af. Bij dezelfde maatschappij heb ik tot kort voor onze ontmoeting gewerkt.
Toen we bij ons afscheid verse meeneemkoffies lieten aanrukken, bestelde Shane er twee. Zodat hij er een mee kon nemen voor zijn moeder, bij wie hij even langs wilde gaan. Ze vierde vandaag, zo meldde hij, haar 105e verjaardag.
De Engelse taal heeft een prachtig woord voor dit soort ongeplande ontmoetingen en de vele onverwachte raakvlakken tussen mensenlevens: serendipity.