Peter Steehouwer uit Odijk hoort ongetwijfeld thuis in het rijtje topfotografen op het gebied van luchtvaart. Daarbij onderscheidt hij zich vooral met actiefotografie. Actie van mens én machine. Met grote telelenzen weet hij tijdens vliegshows boeiende close-ups te maken van vliegers in hun opperste concentratie.
Op zoek naar een aanleiding voor dit interview kwamen we er al gauw achter dat 2015 voor de 55-jarige Peter een jubileumjaar is; hij zit nu 40 jaar in het ‘vak’. Up in the Sky sprak uitvoerig met Peter, kreeg van hem wat tips voor beginners en legde hem aan het eind een paar lastige dilemma’s voor.
Waar komt je passie voor de luchtvaart en fotografie vandaan?
Het is een verhaal dat velen bekend zal voorkomen. Begin jaren zeventig ben ik een keer met m’n vader naar een airshow geweest. Ik woonde toen in Utrecht en ging in de schoolvakanties naar de vliegbasis Soesterberg. Wat een verscheidenheid aan vliegtuigen in die dagen! Ik heb de eerste tijd ook registratienummers genoteerd, maar al gauw kreeg het fotografievirus mij te pakken. Ik ben begonnen met een Zeiss camera, daarna overgestapt op een Praktika met 200mm telelens. De zwart-wit fotografie had toen al plaats gemaakt voor dia’s (de bekende Agfa CT18 diafilm). Dankzij de NS-tienertoer veel vliegvelden in Nederland bezocht, maar ook vlak over de grens, zoals Brüggen en Wildenrath bij Roermond. In 1977 tripjes gemaakt naar Mildenhall en Frankfurt, maar daarna kreeg ik een baan en kon dus minder tijd doorbrengen aan het hek bij Soesterberg.
Hoe heb je toen een vervolg aan je hobby gegeven?
Na 1977 heb ik tot eind jaren tachtig alleen maar airshows bezocht. Dat waren de bekende spotterstripjes naar Mildenhall, Fairford en Ramstein. In de jaren negentig heb ik mijn grenzen verlegd en ben ik regelmatig voor een week of zes naar de westkust van de USA geweest. Dat was een combinatie van vliegshows (Edwards, Point Mugu) en toeristische attracties. Het was trouwens in die periode, dat veel spottersvrienden juist de andere kant op trokken, naar het voormalige Oostblok. Eind jaren negentig ben ik begonnen met een eigen website. De actiefotografie heeft een flinke impuls gekregen na m’n eerste bezoek aan Axalp, waar de Zwitserse luchtmacht haar jaarlijkse schietoefeningen houdt. Sinds die tijd bezoek ik jaarlijks zo’n 15 luchtvaartevenementen wereldwijd, inclusief speciale ‘projecten’ zoals meevaren met het vliegdekschip USS Nimitz in de Perzische Golf.
Fotografeer je alleen als hobby of ook in opdracht?
Ik heb een paar keer in opdracht gefotografeerd, maar achteraf bezien is dat toch niet mijn favoriete bezigheid. Zo bezocht ik in 2010 de Al Ain Airshow in de Verenigde Arabische Emiraten. Alles werd voor me betaald, van vliegtickets tot chauffeur en een super de luxe hotel. Maar het is hard werken om de foto’s tijdig en goed aan te leveren, want al mijn foto’s krijgen een nabewerking. En dat valt niet mee op een trage laptop, het werd dus veelal nachtwerk.
Hoe bereid jij een fototrip voor?
Na vele fototrips heb ik natuurlijk de nodige ervaring opgedaan. Ik werk altijd met checklists en probeer voorafgaand aan een evenement contact te leggen met de organisatie. Vaak krijg ik extra mogelijkheden om te fotograferen en bijvoorbeeld een speciale toegangspas. Verder maak ik veel gebruik van GPS en Google Earth. Een must voor mij is internet via wifi. Ik heb altijd een router bij me met een internet SIM van het betreffende land. Als ik met het vliegtuig reis gaat mijn fotorugzak altijd leeg in m’n koffer in de ruimbagage. Alle noodzakelijke apparatuur, van telelens tot laptop, gaat mee in een kleine, maar zware rugzak in de cabine. Dat levert minder stress op bij het inchecken en bovendien ben ik dan operationeel, ook als mijn ruimbagage kwijtraakt of later op de plaats van bestemming arriveert. Ten slotte bereid ik voorafgaand aan mijn reis een ‘preview’ pagina voor op m’n website. Zo kan ik na een dag fotograferen al snel wat eerste resultaten laten zien, die ik ook deel op social media.
Welke fotoapparatuur gebruik je?
Op dit moment fotografeer ik met een Nikon D800E met een Nikon 2.8 400mm VR lens. Ik heb ook de beschikking over een Nikon 24-120mm zoomlens, maar die gebruik ik zelden. Om mijn foto’s te bewerken maak ik gebruik van Nikon NXView, Nikon Capture NX-D en Photoshop CS5.
Waar kunnen de lezers van Up in the Sky jouw foto’s bekijken?
Ik ben in 1997 begonnen met mijn website ‘Airshow Action Photo Gallery’ www.steehouwer.com. De begintijd was niet gemakkelijk, het uploaden van een stuk of tien foto’s duurde een paar uur met een analoog modem. Al snel heb ik de pagina’s in HTML gemaakt.
Op dit moment heb ik zo’n 35.000 foto’s op mijn website staan op meer dan 1.000 webpagina’s. Ik maak van elk spotterstripje een apart verslag. Eerst een preview van een paar foto’s en later het volledige verslag. Op mijn website kun je goed de overgang van analoog naar digitaal zien. Ik ben vanaf 2005 digitaal gaan fotograferen, de technische kwaliteit is stukken beter geworden. Mijn website was gedurende een lange periode een van de meest bezochte aviation photo websites met zo’n 1.900 pageviews per dag. De aantallen lopen nu wel terug door het vele gebruik van Facebook.
Welke Nederlandse luchtvaartfotograaf bewonder je en waarom?
Dat is niet zo’n makkelijke vraag. De foto’s van Frank Crebas springen er voor mij toch wel uit, en dan met name zijn air-to-air werk. Ik vind het ook interessant om te zien wat hij allemaal moet regelen om een bepaalde foto voor elkaar te krijgen. Ik noem toch ook een buitenlandse collega fotograaf, die ik overal tegenkom: Hesja (Sławek Hesja Krajniewski) uit Polen. Hij besteedt altijd veel aandacht aan het nabewerken van z’n foto’s met vaak een prachtig eindresultaat.
Wel eens iets grappigs meegemaakt tijdens het uitoefenen van je hobby?
Elke fototrip heeft z’n eigen verhaal met leuke momenten. Ik vind het altijd verrassend dat, waar ter wereld ik ook ben, mensen me herkennen en positief aanspreken over mijn foto’s. Ik draag ook altijd een T-shirt of bodywarmer met daarop het logo van mijn website. Ook veel piloten reageren. Zo kreeg ik van een B-1 vlieger zijn handschoenen opgestuurd, die hij droeg tijdens een vliegdemo op Mildenhall. En vervolgens stuurt hij een email met de mededeling dat hij een oefenvlucht heeft vanuit de USA naar de schietrange op Vlieland. Of ik daar wat foto’s van kan maken….
Wat voor tips heb je voor beginnende vliegtuigfotografen?
Doe wat je zelf mooi/leuk vindt en laat je niet beïnvloeden door ‘kritiek’ van anderen. Verder wil ik iedereen aansporen om wat te doen met zijn of haar foto’s. Deel ze bijvoorbeeld op internet of via social media of stuur ze in naar een luchtvaartmagazine. Als laatste: investeer liever in goed glas (telelens) dan in een camerabody. Lenzen gaan veel langer mee.
Tot slot nog een paar dilemma’s. Graag kiezen met een korte toelichting.
*Nikon of Canon?
Voor mij is dat natuurlijk Nikon, hoewel ik ooit één van de eerste fotografen in Nederland was, die een Canon A-1 gebruikte. Dat was toen een ‘state of the art’ camera met digitale led display in de zoeker.
*Vliegtuigspotter of luchtvaartfotograaf?
Vliegtuigspotter is van de nummertjes, ik ben echt een luchtvaartfotograaf.
*Axalp of een vliegdekschip?
Ik heb ongeveer 45 keer de Axalp in Zwitserland beklommen en ben slechts twee keer aan boord geweest van de USS Nimitz. Dus het wordt wel weer een keer tijd voor een vliegtuigcarrier.
*Zoomlens of prime (lens met vast brandpunt)?
Prime! En niet meer dan 400mm op een full frame camera. Ik vind een zoomlens minder geschikt voor actiefotografie. Ook een statief gebruik ik nooit.
*Vliegtuigen of helikopters?
Ik heb een voorkeur voor vliegtuigen, maar helikopters fotograferen met een langzame sluitertijd is ook niet verkeerd. Je krijgt dan zo’n mooie blur van de rotor.
*Air-to-air of ground-to-air?
Air-to-air is niet mijn ding, doe mij maar ground-to-air, met beide benen stevig op de grond.