Iedere piloot heeft in zijn achterhoofd een andere piloot, die hij graag geweest was.
Menig sportvlieger ziet door zijn oogharen graag de bediening van zijn throttle en mixture aan voor de gasschuiven van een Triple Seven.
Of verbeeldt zich dat de radioknop op zijn yoke de triggeris van een Gatling gun, die gaten schiet in de bandits voor hem.
Sommige airline-captains waren graag jet-jockey geweest. Stephen ‘Kiwi’ van Dijck was beide. Na de F-16 kwam de B747. En toch: Steve had graag F-104 willen vliegen, heeft hij me wel eens verteld. Dat is niet gelukt. Een jaar of twee te laat geboren.
De F-16! Hoevelen hebben niet vergeefs getracht om deze ultieme vliegbaan te bekomen? Ik ken er die nog steeds niet zonder heftige emoties kunnen vertellen dat ze ooit ongeschikt zijn bevonden. Of erger: halverwege de opleiding eruit gemikt. Een trauma. En niet zo’n kleintje ook. Levenslang.
Een paar jaar geleden sprak ik op een vliegfeest een oude man. Op een gegeven moment toonde hij mij zijn logboek. De invoering van september 1956: ‘ongeschikt weegens over-confidentie’, stond er. ’s Mans vinger trilde, terwijl hij naar de perfect gekalligrafeerde regel wees.
We zijn als troost maar een stukje gaan vliegen. In een Cessna.
Goof Bakker