Een in de crosswind dansende Cessna op de baan zetten wordt altijd beloond met een heerlijke dosis adrenaline. Want laat niemand zeggen dat de Cessna een makkelijk vliegtuig is. Dat is flauwekul. Bij de Cessna gaat weinig fout. Maar dat is iets anders. Door die gekke, grote Donald-Duck-veerpoten en die enorme kastdeur-flaps kun je veel geknoei permitteren. Getraverseerd, de wind ònder de vleugel, en toch wipwapt de Cessna op de een of andere manier wel weer goed, hobbelt tevreden terug naar de hangar, en denkt het zijne van de vlieger.
Als adrenaline het criterium is, koop je natuurlijk een vliegtuig, en geen auto. Auto’s blijven laffe apparaten; appeltje eten, muziekje aan, en dan 220 rijden op de Duitse autobahn. Big deal. Geen wonder dat die praatjesmakers van Top Gear en zo altijd verlaten vliegvelden voor hun stunts uitzoeken. Op de openbare weg kun je domweg niks met een auto
Met 180pk in een vliegtuig kun je heel wat meer adrenaline genereren. Al wint de motorfiets, uiteindelijk. Op een ouwe tweetakt Japanner met 60pk maak je tussen Scherpenzeel en Barneveld dingen mee die je met een Lamborghini nog niet op de Nürburgring kunt beleven. Veelbetekenend is dat Dennis Vonk, regelmatig vlieger, en eigenaar van Vliegschool Hilversum, binnenkort gaat circuit-racen op Assen met zijn Kawasaki. Een kwestie van adrenaline-maximalisatie.