Veiligheidsorganisatie EASA wil dat er één Europese organisatie komt die zich bezig gaat houden met de veiligheid van vliegroutes. Dit zegt directeur Patrick Ky woensdagavond tegen de NOS.
Over de veiligheid van vliegroutes is veel te doen. Na de aanslag op vlucht MH17 ontstond discussie omdat het Oekraïense luchtruim niet dicht was, terwijl hier wel reden voor was.
“Een overheid is wellicht niet de juiste instantie om objectief een bepaald risico in te schatten”, zegt Ky. De Oekraïense overheid sloot het luchtruim immers ook niet.
Ky wil dat er een onafhankelijke organisatie komt die de risico’s in kaart brengt en dat EASA die informatie deelt met maatschappijen en overheden. De organisatie die Ky voor zich ziet, moet zich gaan baseren op informatie van veiligheidsdiensten.
Overwogen besluit
Steven van der Heijden, directeur van Corendon, is in ieder geval voor het oprichten van een dergelijke organisatie. “Ook Nederland beschikt maar over een heel klein deel van de informatie. Daarom is het van belang dat al die informatie van al die landen bij elkaar wordt gelegd. Dan kan er een goed en overwogen besluit genomen worden. Dan is het ook logisch dat het voor iedereen geldt”, aldus Van der Heijden tegen de NOS.
Scepsis
Pilotenvakbond VNV is sceptisch over de plannen. “Het is nog een brug te ver”, stelt VNV-president Steven Verhagen. De informatiestroom komt volgens hem te laat op gang omdat overheidsdiensten niet graag informatie met elkaar delen. Verhagen wil dat de Nederlandse veiligheidsdiensten verplicht worden om actief op zoek te gaan naar informatie en die te delen met de luchtvaartmaatschappijen.
Waarschuwingen
EASA waarschuwt sinds de ramp met MH17 regelmatig om niet over conflictgebieden te vliegen. Er waren bijvoorbeeld waarschuwingen om Syrië en een deel van Iran te mijden en de organisatie liet weten de situatie op de Krim, bij Oekraïne, nog onveilig te vinden.
Dat komt de organisatie volgens de NOS op kritiek te staan, omdat die waarschuwende taak niet bij de organisatie hoort. Ky is duidelijk over die kritiek: “Als ik het niet doe, wie doet het dan?”