Waar moet ik op terugvallen, als ik mijn buurman Bram wil uitleggen wat vliegen is? Een vogel? Fout! Een haai!
Allereerst is het voor buurman Bram makkelijker zich een medium voor te stellen dat er is (water) dan een medium dat er ‘niet is’ (lucht).
Maar wat er vooral niet klopt aan de vogel is, dat die met één mechaniek de voortstuwing en de noodzakelijke stuurbewegingen rond de langsas en de dwarsas regelt. Dat mechaniek heet ‘vleugel’. Maar zou ook ‘propeller’ kunnen heten. Of ‘aileron’. Verwarrend, als je de vergelijking zoekt.
Want een vliegtuig heeft hiervoor twee verschillende systemen: een vrijwel starre vleugel en een losse motor. Net als de haai. Want die heeft een pusher prop, en twee starre vleugels, de borstvinnen. Hij heeft geen elevator, zoals zijn neef, de dolfijn. Die heeft een horizontale staart, waarmee hij zijn invalshoek, èn zijn voortstuwing regelt. Die moeten we dus zeker niet hebben, voor pedagogische doeleinden.
De haai doet het anders: die kan zijn vleugels, borstvinnen, een paar graden draaien. Hij kan dus zijn instelhoek variëren. Dat wijkt wel weer af van het vliegtuig (behalve dan de Vought F-8 Crusader), maar het principe is hetzelfde: de hoek waaronder de vleugels het instromend medium aansnijden is bepalend. Bij een haai begrijp je dat meteen. Maar bij een roodborstje?
Dan de vogelstaart, die bedoeld is voor bewegingen rond de top-as. Ook weer waardeloos. Dat is namelijk een vlak plankje, dat een beetje getordeerd kan worden. Een vliegtuig heeft hiervoor, net als de haai, een enorme verticale staartvin. Verwarrend.
Trouwens, ik kan lullen wat ik wil, maar een plaatje zegt meer dan duizend woorden. Wie de Me262 bekijkt, en nog beweert dat een vliegtuig eigenlijk een vogel is, en geen haai, die heeft er niet veel van begrepen.