Vroeger werden luchthavens ontworpen als een Benz, ook na vijf keer het klokje rond geen spatje roest of rook onder de motorkap. Maar de wereld verandert en luchthavens veranderen mee. Een Benz met vijf ton op de teller slijt je nu alleen nog maar aan een derdewereldland. Of aan de hoofdstedelijke taxibranche. Tegenwoordig willen we elke paar jaar een nieuwe auto, met een trendy look, testosteron voor op de snelweg, en tjokvol gadgets. Deze Nieuwe Wereld draait om de consument. Om Jou. Ook als je een luchthaven ontwerpt, moet je dus weten wat de klant wil.
Ontwerp
Allereerst moet je weten wie je klanten zijn. Vroeger was dat makkelijk. Overheden bouwden luchthavens voor luchtvaartmaatschappijen. Meestal voor de nationale luchtvaartmaatschappij. Nu is dit wat complexer. Veel nationale luchtvaartmaatschappijen zijn failliet of overgenomen door buitenlandse maatschappijen. Ik verwacht dat in de toekomst minder dan tien maatschappijen en allianties een wereldwijde markt zullen bedienen. En ik sta niet alleen in die mening. Een luchthavenontwerp dat zich voornamelijk richt op de wensen van een enkele maatschappij lijkt me dus onhoudbaar.
Strategie
Ook een strategie die zich alleen richt op luchtvaartmaatschappijen is tot mislukking gedoemd. Als vuistregel geldt dat wereldwijd ongeveer de helft van de inkomsten van luchthavens opgehoest wordt door luchtvaartmaatschappijen. Om het kaliber investeerders aan te trekken die de groei van een luchthaven kunnen financieren moet je meer klanten hebben dan alleen de airlines. Zodat aandeelhouders zien dat je ook de andere helft van hun lening terug kunt betalen. Dus richt je je ook op passagiers die hun auto parkeren en een krantje kopen. Op huurders van je vastgoed. Op werknemers die een bakkie doen in de terminal. Luchthavens plan je met inbreng van al die klanten. Ook de mening van omwonenden en overheden telt. ‘Collaborative decision making’ en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap zijn hoekstenen van een goed geplande luchthaven.
Functie
Als planner ontwerp je enerzijds luchthavens die de tand des tijds kunnen weerstaan. Een vliegveld is geen wegwerpproduct. Anderzijds weet je nooit zeker hoe mensen over dertig jaar een luchthaven zullen gebruiken. Welke esthetische zaken ze belangrijk zullen vinden en welke functionaliteit ze verwachten. Dat maakt deze baan zo leuk. ‘Verrekijker’ en ‘dromer’ staan met vetgedrukte letters in de functieomschrijving. Een verrekijker, omdat je ervaringen uit het verleden en de beschikbare kennis van nu op een gestructureerde manier vertaalt in toekomstverwachtingen. Door mijn verrekijker zie ik groei. Meer mensen die meer kunnen en willen vliegen. Wereldwijd. Dat betekent meer passagiers en meer vliegtuigen.
Aanpak
Een ander soort passagiers dan vroeger. Beter geïnformeerd, geroutineerd, niet bereid om lang in een rij te staan of genoegen te nemen met een ‘one size fits all’- aanpak. Vliegtuigen met nog zuinigere, krachtigere en stillere motoren die beter klimmen en hoger en verder kunnen vliegen. Nauwkeurigere navigatie. Niet veel groter, wel sneller. De indrukwekkende vrachtcapaciteit van de grotere passagiersmachines laat full freighters tegen de stroom in zwemmen. Meer privé jets, gezien de toenemende rijkdom en drukte op veel commerciële vliegroutes.
‘Blue Sky’-denken
Een dromer, omdat je uiteraard geen glazen bol hebt. Dus mag je de koude cijfers naar hartenlust aanvullen met ‘Blue Sky’- denken. Dat betekent samenwerken met klanten, brainstormen met collega’s, innoveren met verkeersleiders, overleggen en onderhandelen met de overheid en omwonenden, praten met vliegtuigfabrikanten enzovoorts. Je verstand en je gevoel kunnen in deze baan dus nooit van elkaar gescheiden zijn. Misschien heb ik om die reden zo’n bloedhekel aan het dragen van een stropdas. Die knijpt namelijk de bloedtoevoer af van je hart naar je hersenpan. Als ik droom, zie ik gratis openbaar vervoer tussen de luchthaven en omringende steden. Ik zie minder auto’s, maar wie met de auto komt zit in een voertuig dat autonoom informatie uitwisselt en de bestuurder ondersteunt met relevante en slim gepresenteerde informatie. Bijvoorbeeld door te navigeren naar de dichtstbijzijnde vrije parkeerplaats.

Passagiers kunnen hun bagage thuis op laten halen. Afgeven in hotels en treinstations in de stad of gebruikmaken van de geautomatiseerde afgiftepunten op de luchthaven. Die ‘bag drops’ zullen zich niet langer alleen in de vertrekhal bevinden. Ik durf zelfs te beweren dat bestaande vliegvelden in de toekomst geen nieuwe vertrekhallen meer hoeven te bouwen. Dankzij betere processen en slimme technologie kan groei binnen de bestaande vertrekhal plaatsvinden. Bij het boeken van je ticket word je meteen ingecheckt. Met je smartphone en de ingebouwde chip in je koffer kun je in de gaten houden waar je bagage zich bevindt. Diezelfde smartphone zal middels irisscan of stemherkenning een intelligente ID-functie aanbieden waardoor onomstotelijk vaststaat wie je bent. Lang voordat je voet zet op de luchthaven. Hierdoor wordt de paspoort- en veiligheidscheck beter en sneller.
Kostbaar
Uitbreiding of nieuwbouw van een luchthaven is tijdrovend en kostbaar. Je investeert liever eerst in procesverbeteringen en technologie. Om die reden check je bijvoorbeeld nu al in via je smartphone en gebruik je geautomatiseerde bagageafgiftepunten. Op een gegeven moment is de koek op. Je moet dan of uitbreiden of een nieuwe luchthaven bouwen. Als je een betrouwbare groeiverwachting hebt voor je luchthaven kun je vrij nauwkeurig bepalen waar en wanneer aanvullende groeicapaciteit beschikbaar moet zijn. Je plant een luchthaven als een ‘systeem’. Zodat aan-en afvoerwegen, terminals, het landingsbanenstelsel en de waterleiding, riolering, elektriciteitsvoorziening, enzovoorts allemaal rond hetzelfde moment de groeispurt inzetten. Niemand heeft immers baat bij een gloednieuwe terminal wanneer er te weinig capaciteit is om auto’s aan de ene kant van het gebouw te kunnen parkeren en vliegtuigen aan de andere kant.
Toekomstmuziek? Jazeker. Maar als je bedenkt dat vliegtuigen vijftig jaar geleden gevlogen werden door drie techneuten en talloze klokken en meters, en nu door twee general managers met iPads, dan weet je dat de luchtvaart danst op deze muziek.