De Amerikaanse motorbouwer Pratt & Whitney begint eerder met het reviseren van de F-22 motoren dan eigenlijk gepland was. Dit komt omdat de toestellen veel vaker worden ingezet als gedacht werd.
Bennet Croswell, CEO van het bedrijf, heeft aan Reuters laten weten dat Pratt & Whitney dit jaar 32 en volgend jaar 64 motoren zal reviseren. Het wordt nog een hele uitdaging voor het bedrijf, want de F119 motoren worden niet meer geproduceerd. Volgens Croswell doet hij er alles aan om te zorgen dat er voldoende onderdelen en mankracht beschikbaar is.
Er zijn nog wel zorgen over de mankracht die nodig is voor de operatie. Tijdens een bijeenkomst met ruim 40 leveranciers van onderdelen, liet Croswell weten er alles aan te doen om die zorgen weg te nemen. Hij gaat ervan uit dat Pratt & Whitney de klus kan klaren, want de motor lijkt veel op de F135-motor, die nog wel in productie is.
De F-22 kwam in 2005 in dienst bij de Amerikaanse Defensie. Het laatste vliegtuig werd in 2012 geleverd. De F-22 wordt op dit moment veel ingezet voor bombardementen op doelen van Islamitische Staat (IS). Daarnaast gaat de Amerikaanse defensie het toestel in Europa inzetten, als onderdeel van de NAVO missie boven de Baltische staten.
De hele operatie wordt op de luchtmachtbasis Tinker in Oklahoma City uitgevoerd.