Financiële compensatie bij een vertraagde vlucht is regelmatig de inzet van rechtszaken. De Raad van State gaat nu opnieuw kijken naar de zogeheten handhavingsplicht bij vluchtvertragingen. Dit kan Nederlandse maatschappijen veel geld gaan kosten.
De handhavingsplicht ligt bij staatssecretaris Sharon Dijksma, die erop moet toezien dat luchtvaartmaatschappijen reizigers compenseren als zij langdurige vertraging oplopen. De vraag voor de Raad van State is of de staatssecretaris ‘in algemene zin’ moet handhaven bij vluchtvertragingen.
Als Dijksma dit moet doen, worden luchtvaartmaatschappijen verplicht om alle passagiers die recht hebben op een compensatie, te compenseren. Marinus Hoorntje van ReisRecht verwacht veel van de rechtszaak. “Er staan alleen al in Nederland tientallen miljoenen euro’s op het spel”, zegt hij.
Compensatie
Luchtvaartmaatschappijen moeten reizigers een compensatie bieden als een vlucht meer dan drie uur vertraagd is. Reizigers moeten echter zelf om de compensatie vragen. Lang niet iedereen doet dat. In Nederland hebben reizigers recht op maximaal 600 euro. Alleen bij vertragingen of annuleringen door bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld extreem weer of stakingen, hoeven maatschappijen niet te compenseren.
Wereldwijd
Over de hele wereld proberen luchtvaartmaatschappijen soms onder compensatie uit te komen. Een Oostenrijkse rechter liet vorige maand beslag leggen op een vliegtuig van Thomas Cook omdat een passagier haar schadevergoeding van 680 euro niet kreeg.
Vueling werd in januari nog op de vingers getikt door de Inspectie Leefomgeving en Transport omdat de maatschappij reizigers in eerste instantie weigerde te compenseren. Door passagiers eerst een afwijzing te sturen, bedrijft de maatschappij oneerlijke concurrentie, stelt de inspectie. Als passagiers de afwijzing accepteren, scheelt dat de maatschappij namelijk geld.