In april kreeg Norwegian Air International na heel lang wachten de goedkeuring om naar de VS te vliegen. Dit besluit, maar ook andere ontwikkelingen zou weleens grote gevolgen kunnen hebben voor sommige gevestigde maatschappijen.
Vanuit Europa
De vluchten tussen Europa en de VS kennen nog niet veel concurrentie, zoals routes naar bijvoorbeeld Azië die wel kennen. Vanuit Europa naar de VS via Dubai of Abu Dhabi is een enorme omweg. Hierdoor kunnen de Midden-Oosten maatschappijen op die routes niet concurreren met Europese en Amerikaanse collega’s. Dat is duidelijk te zien in de prijzen. Als voorbeeld nemen we een KLM vlucht van Schiphol naar New York en een vlucht naar Bangkok. Beide bestemmingen zijn zeer populair. We vergelijken dus niet een obscure bestemming met een populaire. De goedkoopste retourtjes die voor vluchten in juni te vinden zijn kosten naar New York €650 en naar Bangkok €550 (prijspeil 2 mei).
Naar New York is dus wat duurder, maar het is niet een heel groot verschil. Alleen Bangkok is bijna twee keer de afstand en vliegtijd van de vlucht naar New York. De concurrentie van Europa naar Bangkok is hevig, er zijn weinig maatschappijen die niet op de route vliegen.
Vanuit de VS
Een ander voorbeeld: met Delta van New York naar San Francisco en van New York naar Londen. De goedkoopste vlucht in juni naar Londen kost $830, de vliegtijd is een kleine 7 uur. De goedkoopste vlucht naar San Francisco kost $320. De reiziger zit dan 6,5 uur in het toestel. De afstand is wel iets korter, circa 20%. Binnen de VS, op de zogenaamde transcontinentale vluchten, is er ook weer veel concurrentie en hebben ook de prijsvechters daar vrij spel.
Beide voorbeelden geven relatief lage prijzen op routes waar concurrentie is. Transatlantisch liggen de prijzen echter hoog.
Joint Ventures
Uit een analyse van Centre for Aviation (Capa) blijkt dat van alle vluchten tussen de EU en de VS die in de zomer 2016 worden uitgevoerd er 78% wordt uitgevoerd door een aan alliantie deelnemende maatschappij. Volgens Capa laat deze sterke alliantie-aanwezigheid zien dat de vorming van joint ventures op de routes zorgen voor een sterk concurrentie voordeel. Een joint venture is een samenwerkingsovereenkomst tussen maatschappijen waarbij de overheid immuniteit heeft verleend zodat afspraken gemaakt kunnen worden over bijvoorbeeld prijzen en vluchttijden. Als twee maatschappijen dat zouden doen die geen joint venture hebben gevormd dan wordt het gezien als kartelvorming en worden boetes opgelegd om de burger te beschermen tegen (te) hoge prijzen.
KLM en Nederland grondlegger
In 1992 tekenden de VS en Nederland een Open Skies overeenkomst. Dit bood KLM en Northwest de mogelijkheid samen te gaan werken op routes tussen de twee landen. Vier jaar later volgde Duitsland het Nederlandse voorbeeld, waarnaar de verbinding van Lufthansa met United een feit werd. Uit de verbindingen kwamen uiteindelijk SkyTeam en Star Alliance voort. In 1999 kwam daar ook Oneworld bij, waarin British Airways, Finnair en American Airlines samenwerken.
Sterke groei in de zero’s
De drie allianties voerden in 2007 nog maar 23% van de vluchten uit, blijkt uit berekeningen van Capa. Vanaf 2008 gaat het hard, Air France, Delta en Alitalia komen bij de immune joint venture. Star breidt uit met Air Canada, Continental en de Lufthansa dochters. Binnen oneworld wordt vanaf 2010 gezorgd dat er gezamenlijk vluchten uitgevoerd kunnen worden en Iberia en US Air stappen in de alliantie. Vanaf 2011 wordt driekwart van de vluchten uitgevoerd door een alliantie-maatschappij. Als Aer Lingus (nu van British Airways) en Virgin Atlantic (werkt intensief samen met Delta) worden meegerekend zit de alliantie-dichtheid tussen 78 ten 80% de afgelopen drie jaar.
Concurrentie
Fifth Freedom maatschappijen zoals Jet Airways (tussenstop op Amsterdam) hebben een stabiel marktaandeel van 2% op de routes. De aanval komt van drie kanten blijkt uit de data van Capa. De vakantiemaatschappijen (met name Thomas Cook en TUI) winnen aan marktaandeel. Was het aandeel in 2014 nog 1% in 2016 is het verdubbeld naar 2%. Turkish Airlines gaat van drie naar vier procent. De LCC’s verdrievoudigen van 1% naar 3%, met name Norwegian, WoW (met tussenstop op IJsland), Eurowings en WestJet (al zijn de prijzen wat hoger dan bij de andere LCC’s) leiden de LCC-markt. Langzaam wordt er wat marktaandeel teruggesnoept van de huidige transatlantische heersers.
Immuniteit afschaffen of juist niet?
Meerdere partijen pleiten voor terugdringen of afschaffen van de immuniteit van joint ventures. De vereniging van low-cost airlines, ELFAA, pleit voor het terugdringen van de vrijheden van joint ventures. Er zou meer concurrentie moeten komen.
De joint ventures zijn begonnen op de Noord-Atlantische markt, maar zijn inmiddels uitgebreid naar onder andere trans-pacific, Europa-Azië en Down Under-Azië. Verschillende studies wijzen op negatieve invloed van de joint ventures voor de passagiers. Ook uit onderzoek blijkt dat de prijzen voor transatlantische tickets hoger liggen op het moment dat er minder onafhankelijke concurrentie is.
Tegelijk blijkt ook dat de joint ventures zorgen voor lagere prijzen bij overstappen aan een kant van de Atlantische Oceaan. Het gaat hierbij wel om netwerk maatschappijen, dus met Delta vanuit de VS naar Amsterdam vliegen om dan met een KLM vlucht verder Europa in te gaan. Dat is goedkoper geworden door de joint venture. Er is in de onderzoeken niet gekeken naar niet-joint ventures, dus bijvoorbeeld als iemand een Norwegian vlucht neemt met overstap op Ryanair.
A321neoLR gaat het spel veranderen
Dankzij de B757 zijn er veel meer dunne routes gekomen van Europa naar de VS. De A321neoLR kan zo goed als dezelfde afstand vliegen maar met 30-35% minder brandstof. Als het toestel eenmaal leverbaar is zou het de routes nog meer kunnen gaan fragmenteren dan de B757 al gedaan heeft. Eindhoven – Newark wordt ineens een optie met de Airbus. De A321neoLR kan na een vlucht vanaf de oostkust van de VS niet veel verder dan het Verenigd Koninkrijk of Parijs en Amsterdam. Experts schatten dat er 30 tot 50 nieuwe stedenparen bij kunnen komen in de eerste vijf jaar van het bestaan van de A321neoLR.
De opkomst van de prijsvechters in de EU en de VS hebben er jaren geleden al voor gezorgd dat de routes binnen de EU en de VS fragmenteerden. Nu kan dat ook gaan gebeuren transatlantisch. Bijvoorbeeld JetBlue, met een grote hub in Boston, kan met de A321neoLR op primaire en secundaire vliegvelden in Europa gaan vliegen tegen een fractie van de kosten van de joint venture-lijndiensten. Ook een maatschappij als Ryanair zegt transatlantisch te willen vliegen zodra er voldoende zuinige vliegtuigen beschikbaar zijn.
Zo kan het toestel met de minst aantrekkelijke naam voor een verschuiving gaan zorgen die voor passagiers heel aantrekkelijk zou kunnen zijn.