Hoewel eind vorig jaar niemand het voor mogelijk had gehouden, buitelen inmiddels de politieke kenners over elkaar heen over de verklaring hoe het toch in godsnaam mogelijk is dat Donald Trump het zo ver geschopt heeft in de gunst om de kiezer. De Republikeinse elite zelf is er nog niet uit of ze Trump nu moeten steunen of juist niet, dus het blijft afwachten wat de Republikeinse Ā Conventie later dit jaar gaat doen. Ik durf te wedden dat hij het ook nog gaat redden in de strijd om het presidentschap, nu ook Bernie Sanders nog steeds aan de stoelpoten van mevrouw Clinton blijft doorknagen. Smerig of niet, good old Donald gooit een nieuw wapen in de strijd en dat is haar echtgenoot beschuldigen van verkrachting. Je moet tegenwoordig wat uit de kast halen om Ā de kiezer aan boord te krijgen, maar kennelijk hoe grover het geschut, hoe mooier de doorsnee Amerikaanse kiezer het vindt.
Volgend jaar verkiezingen in Nederland. Ik kan niet wachten. Eerder deze week ging het āgeruchtā dat minister Schultz van Infrastructuur en Milieu de beoogde opvolger zou zijn van de veel geplaagde Jos Nijhuis. Een paar dagen eerder had ze al aangegeven de politiek de rug te willen toe keren. Een baan in de private sector, net als haar eerdere uitstapje, ligt dan ook Ā in de rede. Tot nu toe wordt de belangstelling voor de functie van CEO door haar zelf ontkend, maar een verdubbeling van het salaris lijkt me een riant vooruitzicht en er is een bekend Nederlands spreekwoord over de bonte koe en het vlekje.Veel kleerscheuren heeft de minister de laatste jaren niet opgelopen, want het was wel de minister van de pretdossiers in dit Kabinet. Veel builen kon je aan haar huidige portefeuille ook niet vallen. Een goed lijntje met de politieke besluitvormers in Den Haag is altijd een prĆ© bij een onderneming waar het publieke belang zo zwaar telt, maar we hebben bij Camieleke gezien hoe groot de bananenschil kan zijn. Ook dat is dus een kwestie van afwachten, maar de ādrukā om ja te zeggen zal tegen die tijd wel groot zijn verwacht ik.
Bij de andere onderneming met een publiek belang, KLM, worden het ook woelige tijden. Zo te lezen ligt de vakbond van grondpersoneel met de KLM leiding op ramkoers vanwege de offers die gevraagd worden om KLM weer gezond te maken teneinde de mondiale concurrentie aan te kunnen. De bedrijfsleiding zet daarbij het “KLM gevoel” op het spel en om aan te geven dat het ernst is met het dreigement dat stakingen niet zijn uit te sluiten, toog een groep werknemers naar Amstelveen om aan hun ongenoegen in het hol van de leeuw kracht bij te zetten. We kunnen mijns inziens al niet heel veel leren van de Franse werknemers, maar al helemaal niet hun neiging om te pas en teĀ onpas te staken.
Topman Elbers stelde terecht vast dat KL/AF te laat begonnen is met bezuinigen en, naar mijn mening, onvoldoende doorpakt vergeleken met de concurrenten van binnen en buiten de EU. Het kosten niveau bij KLM en andere Europese “legacy” carriers is de afgelopen decennia ernstig uit de hand gelopen, dus drastische maatregelen zijn absoluut nodig om er voor te zorgen dat “Hollands glorie” haar bestaansrecht houdt.
Offers van de werknemers (en het management) op het terrein van salarissen en arbeidsvoorwaarden horen daar (helaas) en onvoorwaardelijk bij en het wordt tijd dat het huilverhaal van de vakbonden wordt omgebogen in het besef dat het behoud van werkgelegenheid in de Nederlandse luchtvaartsector gebaat is bij een realistische visie van de vakbond op de huidige problematiek. Juist de visie van Elbers op de ontwikkelingen in de luchtvaart in de strijd om de gunst van de passagier maakt dat hij terecht van mening is dat er rigoureuze maatregelen nodig zijn om de concurrentie aan te kunnen. Dat vergt offers van de gehele “KLM familie”.
Mijn suggestie zou dan ook zijn dat de vakbond en haar leden zich snel opnieuw beraden op hun positie en daarmee afzien van hun actie bereidheid. Het kan ook de vakbonden niet zijn ontgaan dat het speelveld in de mondiale luchtvaart de afgelopen jaren wezenlijk is gewijzigd en in toenemende mate een bedreiging vormt voor de gevestigde orde van Europese en Amerikaanse legacy carriers. Om deze mondiale concurrentie het hoofd te kunnen bieden, moet drastisch worden verder bezuinigd. Daarbij is het referentiekader wat mij betreft niet louter dat van Lufthansa, British Airways en EasyJet, maar ook het kostenniveau van de directe concurrentie op de voor KLM relevante routes, dus ook de carriers uit China, de Golfregio en NAI.