Grote vreugde op het platteland van Engeland. De afgelopen week rondrijdend in Herefordshire zie ik overal “Vote to leave” en “we want our country back” verkiezingsborden. Anders dan in Londen, Schotland en Noord Ierland stemde het merendeel van de kiesgerechtigden op het platteland voor een Brexit.
23 juni 2016 zal de geschiedenis ingaan als een historisch moment en wellicht de grootste politieke blunder van de 21e eeuw. Het VK verlaat, naar het zich laat aanzien, de Europese Unie. De Engelse ambtenaren bij de Europese instellingen hadden er al een voorschotje op genomen en keken al uit naar een andere nationaliteit, want je goed betaalde Europese baan verliezen is ook zo wat. In mijn gesprekken de afgelopen drie dagen kwam hoofzakelijk de regelzucht van de Europese elite en het verlies van soevereiniteit naar voren. Een stem van ontevredenheid dus, waarvan de gevolgen hoogst ongewis zijn. De komende tijd zal in het teken staan van de ontkoppeling. Artikel 50 van het Verdrag van Lissabon zal voor de eerste keer worden toegepast; wie had zich deze lakmoesproef kunnen voorstellen.
Onze eigen premier Rutte haastte zich dit weekend te stellen dat een dergelijke discussie in Nederland niet gepast is. Vanwaar die arrogantie. Een dergelijke uitspraak draagt alleen maar bij aan het toenemen van de onvrede in Nederland over hetgeen gaande is in Brussel. Eén ding moge duidelijk zijn: Het signaal vanuit het VK moet leiden tot een wake up call voor iedereen die zich actief in het Brusselse bezig houdt. De boze droom is na het ontwaken helaas niet over.
De ontmanteling zal nog wel de nodige tijd in beslag nemen en heeft, wat premier Cameron betreft, niet echt veel haast. De verkiezingen in oktober zijn wat hem betreft vroeg genoeg. Vroeg genoeg om zich te hergroeperen en het ergste stof te laten neerdalen, maar de eerste politieke slachtoffers zijn inmiddels al gevallen en de vraag is of een verdere “slachting” te stoppen is.
De vraag is overigens of de overige 27 lidstaten en de Commissie zich dit moeten laten welgevallen. Laat ik het in deze column maar bij de gevolgen voor de luchtvaartdossiers houden. De komende periode staat er het opstellen van een aantal belangrijke mandaten voor onderhandelingen met derde landen op de agenda in Brussel. Het lijkt me dat de Engelse collega’s de reiskosten naar Brussel voor deze voorbereidingen beter voor andere doeleinden kunnen gaan aanwenden.
Dat is overigens wel jammer, want op de meeste luchtvaartdossiers konden de Nederlanders en de Engelsen elkaar in het verleden redelijk vinden als tegenwicht voor de grotere landen die het protectionisme wat hoger in het vaandel hebben staan, zoals onze Franse vrienden. Professor Mendes de Leon van het Leidse Instituut voor Lucht- en Ruimterecht stelde in een eerste reactie op de Brexit dat het voor wat betreft de bestaande markttoegang nog wel mee zou kunnen vallen als de Unie bereid zou zijn vergelijkbare afspraken te maken met het VK als met de EER landen en ik deel zijn mening.
Voor de in het verleden door de EU afgesloten verticale overeenkomsten met bijvoorbeeld de VS en Canada, zal een vergelijkbare constructie moeten worden gevonden als nu geldt voor Noorwegen en IJsland. Ik neem aan dat het VK die overeenkomsten niet te grabbel wil gooien doordat onder dit liberale akkoord inmiddels vele additionele city pairs worden bediend en bijvoorbeeld BA al veel profijt heeft gehad van de overeenkomst. De regering van de VS zal, naar ik verwacht, niet te beroerd zijn om de antitrust immuniteit voor One World terug te draaien als het VK deze Open Skies afspraak zou moeten opzeggen. Londen Heathrow kent nog steeds slotrestricties en hernieuwde onderhandelingen tussen het VK en de VS zullen dan ook niet eenvoudig worden.
Helaas is de Europese ontevredenheid niet louter een emotie die in het VK speelt. De uitspraak van Premier Rutte ten spijt. Veel zal uiteindelijk dan ook afhangen van de vraag hoe de toekomstige onderhandelingen tussen het VK en de andere Lidstaten zullen verlopen, zowel op de interne als de externe dossiers. Wel de lusten en niet de lasten van een Europese integratie zou, wat mij betreft, niet het uitgangspunt moeten zijn voor de toekomstige onderhandelingen tussen de resterende 27 en het VK of wat daar tegen die tijd nog van over blijft. Schotland en Noord Ierland zouden wel eens een eigen koers kunnen gaan varen, temeer daar eerdere politieke beloftes van de huidige regering niet zijn nagekomen.