Waarom lukt het daarginds toch wel?
Je hebt ze voor patsers en voor prutsers. Voor full timers en voor mensen die met een business jet één keer per jaar een weekje uit New York komen vliegen. Er zijn er met scheefgezakte stacaravans en met five-bathroom-villa’s. Ik heb het natuurlijk over het fenomeen airpark. In Florida zijn er tientallen. In Californië een stuk of honderd. In Europa geen één.
We zijn met een groepje op stap in Florida, en één van onze medereizigers heeft gehoord dat in Spruce Creek de huizen van allerlei superrijke vliegfanaten staan. We gaan. We moeten wel een afspraak hebben, maar dat lukt via een telefonisch smoesje. En inderdaad: de villa’s zijn even groot als wansmakelijk. Compleet met Romeinse zuilen en zo. Al staan er ook schoonheden in Florida Style, met een lichtgroen dak en een schaduwrijke porch.
Helaas kun je niet ìn de bijbehorende hangaars kijken. Wat daar voor precious metal staat, daar kun je alleen maar naar raden. Ooit was ik al eens bij iemand aldaar, die een Socata TBM700 Turboprop, een Pitts Special èn een klassieke Cessna 140 tail dragger in z’n schuur had staan. Maar hij noemde moeiteloos drie buurmannen die nog veel meer hadden dan hij. Ik moest meteen denken aan een vriend van me, die een huis met zwembad heeft in Aerdenhout. Elk voorjaar komt de buurman even langs, om te informeren hoe groot het zijne is. En elk jaar zegt de man dan weer: “O, dan heb ik toch een metertje meer!”. Dat fenomeen, dat krijg je er in Spruce Creek gratis bij, geloof me. Keeping up with the Joneses. En liever nog tweehonderd procent er overheen.
Taxi
Maar wel mooi, dat Spruce Creek! De taxi-paden zijn op een slimme manier ingevlochten ìn het wegenplan. Al zijn kruisingen niet te voorkomen. En dan kan het gebeuren dat je opeens stil moet staan voor een stationair voorbijpruttelende P-51 Mustang.
Twee dagen later zijn we in Ridge Landing, een airpark pakweg honderd mijl zuidelijker. We hebben begrepen dat Henkjan van der Zouw van de Nederlandse Vereniging van Amateur Vliegtuigbouwers hier een stukje grond gekocht heeft, dus we zijn nieuwsgierig. De makelaar, natuurlijk in een Dodge RAM, laat ons een modelwoning èn een plattegrond van het hele park zien. De groene stickertjes zijn voor de gekochte en betaalde lots, de gele stickertjes voor de opties, en de blauwe stickertjes betekenen ‘nog niks’. Een snelle blik leert dat er nog maar een stuk of acht verkocht zijn, waaronder twee aan Nederlanders. Er is zelfs al een Dutch Corner.
Hmmm. Niet oké? Het is nogal een uithoek, South Central Florida. Maar een paar dagen later zit ik in een enorme traffic jam op de Poinciana Avenue in Orlando te mijmeren, en denk: die Nederlanders zijn eigenlijk steengoed bezig! De drukte in de buurt van de grote steden wordt ook alhier elk jaar groter. In de omgeving van Sebring (daar ligt Ridge Landing namelijk vlakbij) is nog het klassieke Florida! Suffende, in de zon gebakken dorpjes met in pastelkleuren opgeschilderde motels. Heuvelende weggetjes door de sinaasappelplantages (ruik! ruik! het lijkt wel goedkope toiletverfrisser, maar het zijn toch echt de sinaasappelbloesems!). Plus ’s avonds een gebakken visje in Cherry Pocket, bij de muziek van een lokaal swamp country-bandje. En bedenk wel: wonend op een airpark trek je je vliegtuig uit de garage en je bent binnen een uur tòch overal waar je wezen wilt: de Keys, Miami, Tampa, Jacksonville. Goed bezig dus, Hollandsche pilooten! We komen bieren tzt!
Derde
Een derde bezoek brengen we aan een airpark bij Geneva, even ten noorden van Sanford. Omdat onze Nederlandse vriend en piloot Hans Teijgeler daar toevallig deze week een man cave gehuurd heeft. Gewoon via RBNB. Er staat in zijn slaapkamer een motorfiets, een soort antieke race-auto. En twee Messerschmitts; maar deze keer niet het vliegtuig, maar het na-oorlogse autootje. Er staat een Piper Cub en er staat een Cessna. En er hangen talloze verroeste reclameborden van Shell Oil en Coca-Cola. Een flipperkast zelfs. Enigszins over de top, qua man cave maar toch verdomd lollig.
De eigenaar leidt ons rond op van terreinbanden voorziene Segways. Hij blijkt ook nog een soort trouwlocatie te exploiteren. Heeft tussen de palmbomen een voormalige hangaar met klapdeur omgebouwd tot een miniatuur Engels dorpje. Compleet met rode telefooncel en een pub. Ondanks het vroege uur schenkt hij een biertje.
Idee
Airparks galore, want van dit soort verhaaltjes kan ik er nog wel twintig schrijven. Doemt de vraag op: moet je dat nou doen? Wonen op zo’n airpark, bijvoorbeeld na je pensioen? Ja! Al vanaf drie ton dollars heb je een leuk huis met hangaar. Dat krijg je zelfs voor een rijtjeshuis in Abcoude tegenwoordig nog. Bij de Publix heb je een kar vol boodschappen voor minder dan bij AH. En betere. Bij Walmart voor de helft. Aan de pomp gooi je unleaded voor één dollar per liter in je Japanner, die één op twintig rijdt. Allemaal heel dikke mik. Hou alleen wel even rekening met het feit dat u slechts negentig dagen achtereen in Florida mag verblijven. Maar rond de kerst en tijdens de twee knoerhete zomermaanden logeert u toch in NL.
Niet
Of nee, toch niet doen? Er zijn er genoeg die het niet doen. Vooral Europeanen. Ik heb wel eens nagedacht over de redenen waarom airparks op Europees grondgebied niet werken. Raar eigenlijk. Bij ons heb je ook gefortuneerde gepensioneerde airline-captains. En nog meer kaakchirurgen die dat eigenlijk hadden willen worden. Spanje en Italië zijn even mooi als Florida. Waarom zijn er dan geen airparks?
Twee theorieën: Amerikaanse vliegtuigliefhebbers zijn 100% met hun passie bezig. Europeanen ‘doen het er maar bij’. Maar nog belangrijker: de Amerikaanse vrouw vindt het geen probleem dat haar man de hele dag met vliegen en vliegtuigen bezig is. Ze gunt hem die lol. Want zij is trouwens samen met de buurvrouw liefdadigheidslunches aan het verzorgen, voor teen-age-pregnant minority-meiden. Kan haar wat schelen, als hij maar pret heeft.
Europese vrouwen krijg je zo gek niet. ‘Ga jij maar lekker met je vliegvriendjes in die herrie zitten. Mij niet gezien’. Ziedaar de voornaamste reden waarom het Airpark in Europa niet werkt. De makelaar van Spruce Creek verwoordt het: “I had a wife that didn’t like flying. I went out and sought a new one that did”.
Goof Bakker