Hoewel ik onder piloten, airline- en reisbureaumedewerkers die deze site frequenteren geen reclame wil maken voor allerlei zweverige luchtsporten, toch eens iets over zeilvliegen. Het is een onhandig gedoe en gekloot op de grond, maar een prachtige ervaring zodra je eenmaal ‘hangt’. Ik ben er een kleine twintig jaar geleden mee begonnen, en heb er tot op heden teleurstellend weinig bereikt. Maar wel veel gelachen en veel bevlogen mensen leren kennen.
Ben ooit begonnen bij Ralph van de Ent. Ik kwam hem tegen op de Maasvlakte, waar hij met een zelfgebouwde Volkswagenmotor-lier allerlei zwabberende en zwalkende aspirant-deltapiloten omhoog takelde.
De kunst was een eindje met dat ding op je schouders te rennen, en invalshoek netjes op een graad of tien à vijftien te houden. Niet simpel, want je hebt de neiging al rennend de vlieger achterover te laten kantelen, waardoor er wel sprake is van veel weerstand, maar niet van enige zinvolle lift. Maar hield je de invalshoek goed en constant, dan vloog je wel binnen een meter of tien, vijftien. En eenmaal airborne kon Ralph je, door slim gas te geven, precies op een voetje of zes à zeven boven het maaiveld houden. ‘Sturen naar de lier’, was vervolgens de opdracht, door kleine beweginkjes met het A-frame. Heel intuïtief, maar contrair aan de inputs van een knuppel of een yoke: zowel op de bank als op de pitch. Dat is flink wennen.
Kon je eenmaal een beetje recht op de lier afsturen, dan gaf Ralph een poep gas, en trok je naar een meter of honderd hoogte. Daar kon je dan ontkoppelen – op zich een nerve wrecking experience – en een circuitje draaien, en weer landen op de plek waar je met rennen was begonnen. Omdat je al enig idee had gekregen van de gevolgen van een pitchverandering, ging dat landen eigenlijk opmerkelijk makkelijk. Eerst flink snelheid aantrekken (!) op final, en dan op afvanghoogte langzaam en zeer constant uitdrukken, tot de armen gestrekt waren. Een klein hupje en je stond. Meestal. Daarover later meer. Ging dat ook lekker, dan kon je met Ralph mee naar Saperney, in Frankrijk, en ‘van de berg af’.
Kort en goed: de laatste nacht voor mijn eerste bergstart in Saperney heb ik niet geslapen. Nu zou je zeggen ‘niet fit dus niet starten’, maar destijds speelde bij mij, zeer onprofessioneel, ook machismo een rol. Want opeens stond ik met Ralph boven op een berg, met rondom mij ongeveer twintig Franse wandelaars, die de situatie meteen door hadden, en deze Hollandse knoeipot wel eens het ravijn in wilden zien duiken. Mijn moeizame verhouding met het Franse volk gaf de doorslag. Ik wilde plotseling het ravijn in, no matter what.
“Je mag alles doen, behalve omdraaien op de vlonder”, zei Ralph nog geruststellend. “En hou je neus laag, bij het rennen.”. Beneden zag ik de camping, waar we verbleven, kleiner dan mijn duimnagel.
Opeens ging ik, en ik hing voor ik me realiseerde dat ik vloog. Ik vloog, en opeens kwamen de lessen van de Maasvlakte en Zeeuws-Vlaanderen terug. Ik begon zelfs wat langgerekte, trage achtjes te draaien, van de bergwand af. Verbijsterend. Eindelijk was ik de adelaar die ik al sinds mijn vroegste jeugd wilde wezen!
Tot ik Ralph opeens een flink stuk hoger zag staan, en via de radio hoorde roepen dat ik &%#@$&^%$$#@ razendsnel richting het landingsveld moest gaan. En inderdaad verschenen de huizen van het dorp al tamelijk snel tamelijk dicht onder me. Aangekomen in het dal moest ik nog zeker een three-sixty of drie, vier draaien, dus de nood was niet zo hoog geweest. Circuitje, landing. Ik herinner me goed, al is het twintig jaar geleden, de plotselinge vleugeldreun van vijftigduizend horzels die uit het hoge gras opstoven, toen deze overmaats aluminium sprinkhaan met geweld in hun domein binnendrong.
Vlak daarna was ik door een incident op EHHV een tijd lang helemaal uit de running. Tot ik in Florida op vakantie een soort hippie-kolonie ontdekte, waar men met Moyes Dragonfly’s uitvergrote Albert Heijn-karretjes voorttrok, met daarop liggend een deltavlieger-met-piloot. Lui als ik ben sprak dit systeem me enorm aan. Een flinke vakantie was genoeg om me solo te doen gaan, en ik maakte zelfs een of twee heel voorzichtige thermiekvluchtjes. Prachtig, maar wéér volgden jaren van inactiviteit, en andere bezigheden. Tot ik vorig jaar stom toevallig eens een ander deltavlieg-vliegveld op reed: The Quest. Ik maakte een proefvluchtje en Spinner, de instructeur (zie filmpje), was enthousiast. “Twee à drie starts en dan kun je weer solo”. Het resultaat zie je in het filmpje.
Goof Bakker
De Queen of the Skies is terug!
Dertig jaar lang vloog de PH-BFG in het KLM-blauw de wereld over. In 2019 ging ze met pensioen, maar nu is ze terug..
Een uniek stukje luchtvaartgeschiedenis. Bestel nu in de webshop van Up in the Sky - gratis verzonden!