Embraer bouwt een succesvolle serie feeder liner jets, de E-145 en de E-190. En een serie extreem succesvolle business jets: de Phenom, Legacy en Lineage.
Ze bouwen een militaire transporter, de KC-390. Die het – in tegenstelling tot rampproject A400 Grizzly – erg goed doet.
En ze bouwen de Tucano, die zelfs door de US Air Force is aangeschaft. En die in allerlei counter-insurgency situaties (zijn er nog andere oorlogen, by the way?) beter performt dan high-tech jets die tien of honderd keer zo veel kosten. Embraer* is ook nog eens een bedrijf met Latijns-Amerikaanse flair. En ondanks hun prachtige producten is bescheidenheid hun middle name.
Zo nu weet u waarom ik te gast ben in het Melbourne Hilton Hotel. En dit stukkie tiep terwijl ik aan een riant ontbijt zit, met uitzicht op het zwembad.
Ik ben er voor de media-days volgende week. Embraer assembleert z’n business jets hier om de hoek, en heeft onlangs een kilometer of twintig verderop een vliegtuigstoelen(!)fabriek uit de grond gestampt. Daar gaan ze seats maken voor business jets, zoals ze in Californië al doen. Arbeidsintensief product. En dus vreemd dat ze dat niet thuis doen, in Brazil, feitelijk nog een derde-wereld-land, waar de arbeid nog relatief goedkoop is. De reden gaan we morgen ongetwijfeld horen, voor tijdens of na het lintje-doorknippen. En als ze het niet zeggen ga ik het ze vragen.
Rondleidingen, power points, etentjes, toespraken. Laat maar doorkomen. Enne…zoals altijd: wie mij uitnodigt voor dit soort gelegenheden krijgt een lekker positief stukkie!
Alle gekheid op een stokje: er zit natuurlijk een scherp randje aan een uitnodiging als deze. Middels deze column maak ik u als lezer attent hierop. Wat u er verder van vindt, en in welk licht u mijn stukjes in deze verder beoordeelt: u bent nu in elk geval op de hoogte.
Morgen: wat heeft Embraer toch in zonnig Florida te zoeken?
Goof Bakker
* Spreek uit ‘Em-bra-er’, en niet ‘Embrier’, zoals velen doen.