De Space Coast in Florida is altijd een van mijn favoriete plekjes op aarde. Alles hier ademt contemporaine geschiedenis. Hier stegen de immense Saturnus-raketten op, richting de maan. Nagekeken door Wernher von Braun, in een maatpak dat hij geleend had van Cary Grant.
Wie de films ‘The Right Stuff’ en ‘Apollo 13’ gezien heeft, rijdt hier nooit meer hetzelfde rond.
Wat is er van over? Een gigantisch museum. Maar ook wat ranzige motels met namen als Apollo Inn, Missile Motel en Space Age. Obama kieperde de Shuttle op de schoothoop van de geschiedenis, en sloot het grote boek van de ruimtevaart hier. Zo nu en dan stijgt er nog een kleinere raket op, met een TomTom-satellietje erop. Of er ontploft er eentje. Zoals de Space X laatst.
Als ik hier ben, en er is een launch, dan ga ik altijd even kijken.
Eén van de redenen dat het Braziliaanse Embraer hier is neergestreken, is dat de voormalige ruimtevaart-industrie duizenden hoogopgeleide en toegewijde technici achterliet. Zo sprak ik ooit met een man die verantwoordelijk was voor het vastschroeven van de main tank aan de shuttle. Veertien lanceringen lang had hij dat gedaan. Tegenwoordig assembleert hij de Embraer Phenom 300. Met onderdelen die in een container vanuit São Jose dos Campos zó tsjoeke-stjoeke-tsjoek bij Port Canaveral komen binnenvaren. Hij roemde de afwerking van de onderdelen; zo mooi ‘pas’ als alles was. Hij was blij dat hij zo toch nog zijn pensioen kon halen.
Merkwaardig fenomeen, trouwens, als je er bij nadenkt: de meest geavanceerde vliegtuigen in hun klasse worden ontworpen en gemaakt in een ontwikkelingsland, en geassembleerd in wat de meest ontwikkelde economie van de wereld heet.
Maar goed, reden twee is dat de Amerikanen van industrie houden. Een Embraer-medewerker fluisterde me met enige schaamte toe, dat het openen van een nieuwe fabriek in Brazilië altijd een rampproject is. Kost soms tien jaar bakkeleien met lokale bestuurders en lastige vakbonden. In Florida stuur je gewoon een formulier naar de governor, en twee jaar later staan er honderdvijftig man in je splinternieuwe fabriek te schroeven, te boren en te hameren. Lokale belastingen worden voor je aangepast. Complete wegen worden voor je aangelegd. Als je de harde republikeinse kop van gouverneur Rick Scott ziet, begrijp je wat ik bedoel. “This is America, man!”, zoals mijn vriend Ralph Fisher altijd zegt.
Reden drie is natuurlijk het merkwaardige gegeven dat mensen wel in een Braziliaanse business jet willen rondvliegen – gráág zelfs, getuige het succes van de de Phenom, de Legacy en de Lineage – maar de herkomst toch een beetje willen verdonkeremanen. Kan makkelijk, want je hoeft er niet eens voor naar Brazil. In het delivery centre hier in Melbourne zoek je een leuk stofje uit voor de vloerbedekking en de gordijnen, je krijgt een fijne cursus door een stoere Amerikaanse piloot, en huplakee, wèg vlieg je met je nieuwe business jet. Ordem e progresso!
Oh ja, dat hoorde ik ook ooit: de sticker op het kielvlak – ‘Embraer, proudly assembled in Melbourne USA’ – is optional.
Goof Bakker
goofbak@planet. nl
PS Morgen een verslag van de opening – jawel – van een splinternieuwe vliegtuigstoelenfabriek, in Melbourne. De vierde plant van Embraer in Florida.