De Luchtverkeersleiding Nederland past het baangebruik op Schiphol aan als de wolkenbasis tussen 1000 en 2000 voet ligt. Dit gebeurt om de veiligheid voor het luchtverkeer te garanderen.
Vanaf 1 december worden andere baancombinaties gebruikt als de wolkenbasis tussen 1000 en 2000 voet (330 meter-660 meter) ligt. Als dit het geval is, worden er geen ‘convergerende’ banen gebruikt.
Afhankelijk baangebruik
In de oude situatie werd bij een wolkenbasis van boven 1000 voet gebruik gemaakt van convergerend baangebruik; als de wolken lager hingen, werden andere banen ingezet. LVNL noemt dit
‘afhankelijk baangebruik’. Dat wordt nu ook gedaan als de bewolking tussen 1000 en 2000 voet hangt. Volgens de LVNL gebeurt dit omdat het drukker wordt in de lucht en omdat vliegtuigen steeds beter kunnen klimmen.
Convergerende banen liggen in elkaars verlengde. Een voorbeeld hiervan zijn de Kaagbaan en de Zwanenburgbaan en de Kaagbaan en de Aalsmeerbaan. Als een landend vliegtuig op de Zwanenburgbaan een go-around maakt, kruist het toestel het vluchtpad van de Kaagbaan. In het verleden leidde dat al tot incidenten.
De maatregel betekent dat er andere banen worden ingezet als de wolkenbasis tussen 1000 en 2000 voet ligt. LVNL verwacht dat in dat geval de Buitenveldertbaan minder gebruikt wordt om te landen en de Kaagbaan minder om te starten of te landen. De vluchtpaden van beide banen kruisen die van de Zwanenburgbaan en de Aalsmeerbaan.
Andere banen
Als er ‘afhankelijk baangebruik’ wordt ingezet, worden de andere banen meer belast. LVNL verwacht op de Zwanenburgbaan, Aalsmeerbaan (vanuit het zuiden) en de Oostbaan meer landingen. Op de Aalsmeerbaan wordt bij ‘afhankelijk baangebruik’ gestart als op de Zwanenburgbaan geland wordt.