Eerder deze week presenteerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid (de OVV) het Onderzoek veiligheid vliegverkeer luchthaven Schiphol.
Het mag op zich geruststellend worden genoemd dat de OVV begint met te stellen dat er geen aanwijzingen zijn dat de luchthaven op dit moment onveilig is. Maar tegelijkertijd wordt er wel gesteld dat, als Schiphol wil groeien boven de 500.000 vliegbewegingen, het nemen van marginale maatregelen niet meer volstaat. Met andere woorden: het hele veiligheidsbouwwerk moet op de schop. Ga er maar aanstaan, nu Schiphol tegen de grenzen van de capaciteit aanloopt. Je voorbereiden op het lopen van de marathon lijkt me een gemakkelijkere opgave.
De belangrijkste actoren in het proces kunnen de borst dus natmaken. Schiphol, LVNL, KLM en het ministerie van IenM. Bij de laatste actor wreekt zich de terugtredende overheid en het onlosmakelijke verlies aan kennis en ervaring.
Zonder de rol van de andere actoren tekort te willen doen, waren voor mij met name de stukken uit het rapport over het (gebrek aan) toezicht door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILenT), als eindverantwoordelijke in het gehele veiligheidssysteem, lezenswaardig. Als een boemerang komt het Kabinetsbeleid van het afgelopen decennium ten aanzien van de kaalslag in de Rijksoverheid terug. Ingezet door Balkenende (CDA) en vervolgens verder ingevuld en uitgevoerd door de liberaal Rutte zitten we nu dus met de gebakken peren.
“Voldoende mensen en middelen […] zijn een voorwaarde voor effectief toezicht” stelt de Raad. Nee dus, niet bij ILenT. Er is te weinig expertise en de sector twijfelt aan de deskundigheid van de toezichthouders. De ILenT stelt zelf – in het rapport – dat de deskundigheid geleden heeft onder de reorganisaties. Ammehoela; het zal wel.
Nu zie ik ook wel dat de rol van de Inspectie(s) de afgelopen jaren veranderd is en het systeemtoezicht op organisaties tegenwoordig prevaleert, maar dat laat mijns inziens onverlet dat ervaring en kennis van de sector waar je eindverantwoordelijkheid voor draagt relevant blijft. Al die reorganisaties van de afgelopen jaren hebben mijns inziens zeker niet bijgedragen aan een gevoel van de sector bij een betrouwbare toezichthouder. Het gebrek aan kennis, ervaring en betrokkenheid bij de sector zijn het gevolg van gemaakte keuzes door de hele rij van Inspecteurs Generaal (IG’s) die we hebben zien komen en gaan vanwege deze door de politiek opgelegde kaalslag en de veranderende rol van de (lees: terugtredende) overheid.
Ik hoop dus oprecht dat er niet weer een nieuwe ronde van reorganisatie ILenT te wachten staat. Beter lijkt het me te investeren in mensen door onder meer training en het opkrikken van de expertise en gaan doen waar je voor aan de lat staat. Daar win je ook het vertrouwen van de sector mee terug.
Dezelfde politieke partijen zitten nu weer aan tafel om te kijken of ze kunnen en willen samenwerken in een nieuw kabinet. Dat belooft dus wat. Met dit rapport in de hand zou ik als formateur, behalve het lekker bekkende gedoe over de vraag of en hoe Schiphol mag groeien en hoe “Lelydorp” ontwikkeld moet worden, mij ernstige zorgen maken over de toezichthoudende rol van de overheid en de manier waarop hieraan in de toekomst invulling te geven.
Er is in het verleden een weg ingeslagen die kennelijk serieuze bijstelling behoeft; zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin. Dat het OVV – en precies op dit moment- met dit rapport komt, is wellicht een “blessing in disguise”, maar helemaal als donderslag bij heldere hemel zal dit in Hoofddorp en Den Haag niet aan (moeten) komen, tenzij de omloopsnelheid van de managers daar zo hoog is dat ook de historische documentatie in de vergetelheid is geraakt. In een brief van de toenmalige Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aan de Tweede Kamer in oktober 2012 werd het Parlement op de hoogte gebracht van de resultaten van de vierjaarlijkse evaluatie van de veiligheid burgerluchtvaart door de Dutch Expert Group Aviation Safety (DEGAS), onder leiding van Benno Baksteen. Als ik bijvoorbeeld de aanbevelingen vijf en zes er nog eens goed op nalees, dan lijkt het me dat er in de afgelopen vijf jaar dus niet veel of onvoldoende is gedaan om de luchtvaartveiligheid op te krikken naar een niveau dat Nederland in staat moet stellen (weer) bij de top van de wereld te laten horen.
ICAO komt eind 2018 op bezoek in het Koninkrijk om te kijken hoe we de door deze internationale organisatie vastgestelde standaarden en normen implementeren in ons eigen luchtvaart systeem. Met het kritische OVV rapport over de luchtvaartveiligheid dat ook in Den Haag en Hoofddorp op de mat is gevallen, ‘kunnen ze hun borst het komend jaar natmaken’.