Air Europa moet piloten in Venezuela een slaapplaats bieden die niet in de hoofdstad Caracas ligt. Dit wil pilotenvakbond SEPLA, omdat het in Caracas te gevaarlijk zou zijn.
Onrust
De Spaanse carrier is één van de weinige Europese maatschappijen die nog naar Venezuela vliegt. Door onrust in het land en een slechte financiële situatie hebben veel luchtvaartmaatschappijen hun vluchten inmiddels stopgezet.
Risico
Air Europa vliegt nog drie keer per week van Madrid naar Caracas. De crew overnacht in de hoofdstad, maar dat wil vakbond SEPLA niet meer. “Dit vormt een risico voor de veiligheid van de crews die zich moeten verplaatsen tussen het hotel en het vliegveld”, aldus een woordvoerder van de vakbond. Andere maatschappijen die nog wel naar Caracas vliegen, zoals Iberia, laten hun crew op een andere locatie overnachten.
Beoordeling
De bond wil dat de maatschappij “de situatie beoordeelt en maatregelen neemt.” Die maatregelen kunnen bestaan uit het annuleren van vluchten of andere acties die de veiligheid van de crew kunnen garanderen. Op dit moment huurt Air Europa extra beveiligers in, maar dat vindt SEPLA niet voldoende.
200 miljoen
De vakbond ziet liever dat Air Europa zich tijdelijk helemaal terugtrekt uit het land. “Air Europa weigert te verplaatsen naar andere bestemmingen in de Caraïben waar eerder ook op gevlogen werd”, stelt de vakbond. De maatschappij heeft volgens SEPLA nog 200 miljoen dollar uitstaan in Venezuela en gebruikt dat als argument om de vluchten uit te blijven voeren.
Wisselkoers
Veel luchtvaartmaatschappijen moeten nog geld uit Venezuela terugkrijgen. Het land hanteert sinds 2003 de aanpak dat vliegtickets worden verkocht in de lokale Bolivar, maar maakt het tegelijkertijd moeilijk voor de vliegtuigmaatschappijen om de lokale inkomsten om te zetten naar dollars. De Bolivar staat laag ten opzichte van de Euro en de Dollar: één Bolivar is op dit moment ongeveer 8 eurocent waard.