Ruimte die vrijkomt op Schiphol door het verplaatsen van vakantievluchten naar Lelystad, mag uitsluitend gebruikt worden voor intercontinentaal- en transferverkeer.
Goedkeuring
Dat is één van de drie doelen van de verkeersverdelingsregel Amsterdam-Lelystad die tot 6 december ter consultatie voorligt aan belanghebbenden. De regering hoopt de regeling eind dit jaar ter goedkeuring voor te leggen aan de Europese Commissie (EC).
Stok
De regeling, waarmee vakantievluchten gedwongen worden te verhuizen van Schiphol naar Lelystad, is een stok achter de deur voor als het niet lukt om vakantievliegers vrijwillig te laten verhuizen. Als dat inderdaad niet lukt en de EC ermee instemt, kan de dwangmaatregel vanaf de opening van Lelystad Airport in april 2019 worden toegepast.
Uitsluitend
Volgens de concepttekst, is het doel van de maatregelen drieledig: leisureverkeer wordt verplaatst van Schiphol naar Lelystad, de capaciteit op Lelystad mag uitsluitend gebruikt worden voor vluchten die eerder vanaf Schiphol werden uitgevoerd èn de daardoor vrijgekomen ruimte op Schiphol mag uitsluitend gebruikt worden voor intercontinentale vluchten en transferverkeer.
Selectiviteit
Met de regeling wordt volgens de overheid beter invulling gegeven aan het selectiviteitsbeleid. “Begin oktober vroeg de Tweede Kamer om een maatregel waarmee voorkomen werd dat Lelystad zou worden gebruikt door maatschappijen die daarvoor niet vanaf Schiphol vlogen. Daarbovenop is in het regeerakkoord uitgesproken dat het selectiviteitsbeleid verbeterd moet worden,” aldus de toelichting op de totstandkoming van de regeling.
Verbeteren
“Dat houdt in dat vluchten die het (inter)continentale netwerk versterken, voorrang moeten krijgen op Amsterdam Airport Schiphol.” Eind januari is al met de sector gesproken over de ophanden zijnde regeling, toen is de betekenis van een ‘leisure-bestemming’ nader gedefinieerd. Geïnteresseerden kunnen tot 6 december nog reageren. “Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zal opmerkingen zorgvuldig bekijken en trachten hiermee waar mogelijk de regelgeving te verbeteren.”