Volgend jaar vliegen we gemiddeld één keer in de 21 maanden. Dat voorspelt brancheorganisatie IATA, bij de presentatie van de vooruitzichten voor de luchtvaart voor 2018, in Genève.
Vaker
In het jaar 2000 was dat nog eens in de 43 maanden en in 1996 één keer in de vijftig maanden. De sterke stijging, gemeten over het totale aantal inwoners versus het totale aantal vluchten, is een combinatie van het feit dat meer mensen vliegen en geoefende reizigers nog vaker het vliegtuig pakken.
Overschreden
IATA voorspelt dat het totale aantal reizigers volgend jaar met 5,6 procent groeit, tot 4,3 miljard. Voor dit jaar wordt voor het eerst de grens van de vier miljard passagiers al overschreden. De aanhoudende groei van het aantal reizigers wordt gedreven door de lage ticketprijzen en de groei van de economie.
Verbindingen
Een ander record: het aantal directe verbindingen tussen steden kwam dit jaar voor het eerst uit op meer dan 20.000. “Dat is een toename van ruim 1.350 ten opzichte van vorig jaar,” voegt hoofdeconoom Brian Pearce van IATA daaraan toe. Niet verwonderlijk nam China de grootste groei voor zijn rekening, met bijna vierhonderd nieuwe verbindingen. Bij een nieuwe verbinding moet sprake zijn van minstens één vlucht per week met een toestel met minstens twintig stoelen.
Hubs
Volgens Pearce zal de groei van het aantal zogenoemde city pairs aanhouden, maar is het zeker niet zo dat hubs overbodig worden. “Er zullen altijd hubs nodig blijven om bepaalde connecties mogelijk te maken. Niet elke directe verbinding kan rendabel gevlogen worden, al was het maar omdat er niet voldoende aanbod voor is.”