Omdat ik te vaak vreemdgegaan ben, dreig ik mijn elitestatus als frequent flyer begin volgend jaar te verliezen.
Nu ja, laat ik niet overdrijven. Mijn ontrouw is slechts van toepassing op de luchtvaartmaatschappij, waarmee ik jaren bijna elke week naar diverse bestemmingen binnen en buiten Europa vloog. Ik maak de laatste maanden teveel gebruik van andere airlines. Dat is best leuk – zo zie je nog eens wat anders – maar voor mijn Flying Blue elitestatus dramatisch. Die keldert zoals hij in geen vijf jaar gekelderd is.
Ik heb natuurlijk altijd geweten dat deze bijzondere status slechts tijdelijk was. Fame is just a fleeting moment, dichtte Jack Ellison niet voor niets. Dingen veranderen, niemand vliegt zijn hele leven zó veel. Althans, dat dacht ik.
Vorige week vloog ik weer eens met mijn oude vertrouwde maatschappijtje. Ik kreeg meteen een upgrade naar business class. (Dat gebeurt me trouwens steeds vaker – alsof ze bij de marketingafdeling beseffen dat het een kwestie is van nu of nooit.)
Naast me zat een man van in de vijftig. Hij had een zonnebril op (hoewel het buiten slecht weer was) en keek uit het raam. Toen ik ging zitten knikte hij me, zoals dat gaat, vaag toe, en richtte zijn blik weer naar buiten.
Vlak voordat we opstegen, kwam opeens de gezagvoerder de cabine in. Hij liep vastberaden naar de rij waar ook ik zat, en wendde zich tot de man naast me.
In het Engels zei hij: “Meneer, het is een eer u aan boord te hebben. U bent één van onze meest trouwe klanten, misschien wel de meest trouwe van allemaal. U heeft meer vliegkilometers dan ik – en ik ben al vijfentwintig jaar piloot!” De aangesprokene glimlachte een beetje verlegen en mompelde alleen iets van “Yes. Thank you”. De piloot droop af.
Terwijl we opstegen probeerde ik tot me te laten doordringen wat ik gezien en gehoord had. Meer kilometers dan een piloot… Het loyalty programma van een grote luchtvaartmaatschappij omvat tienduizenden reizigers. Hoe veel moet je gevlogen hebben om helemaal bovenaan die lijst van frequent flyers te komen?
Ik was té nieuwsgierig, en besloot het te vragen. Terwijl de lichtjes van ‘stoelriemen vast’ uit sprongen, vertelde de man dat hij al vanaf zijn achttiende regelmatig de hele wereld over vliegt. Dat hij zoveel airmiles heeft dat zijn hele familie vrijwel altijd gratis kan vliegen. Dat hij in totaal misschien wel tien miljoen kilometer gevlogen heeft.
Tien miljoen. Dat is meer tweehonderd rondjes rondom de aarde, of vijftien retourtjes naar de maan. Of een vijfde van een enkele reis naar Mars. Een getal waar je verstand bij stilstaat; een prachtig getal, natuurlijk. Of toch niet?
Zodra de man merkte dat ik nogal enthousiast werd van zijn verhaal, veranderde zijn toon. “I’m not a celebrity,” zei hij een beetje wantrouwend. “En ik ben er helemaal niet trots op dat ik zoveel vlieg. Mijn leven is nogal saai.” Toen zei hij dat hij zijn vrouw en kinderen miste. En zijn hond.
Daarna keek hij weer zwijgend voor zich uit.