Luchtvaartorganisatie IATA wil dat airlines langer blijven doorvliegen nadat ze failliet gaan. De organisatie doet die oproep nadat vorig jaar veel reizigers strandden bij het faillissement van de Britse airline Monarch, meldt Reuters.
In 2017 gingen twee Europese airlines failliet: airberlin en Monarch. Hoewel het faillissement bij beiden al een tijdje in de lucht hing, was de uitwerking anders.
Geleidelijk
Bij airberlin ging het failissement geleidelijk. Passagiers werden overgeboekt op andere vluchten, de maatschappij deed er veel aan om nog zoveel mogelijk reizigers te vervoeren. Half augustus ging de carrier failliet, de laatste vlucht werd eind oktober uitgevoerd. De tussenliggende periode overbrugde airberlin met een noodlening van de Duitse regering.
Gedupeerd
Het faillissement van Monarch ging veel sneller. De maatschappij vroeg op 2 oktober het faillissement aan en staakte direct alle vluchten. Naar schatting 110.000 reizigers werden daardoor gedupeerd en strandden op hun vakantiebestemming. De Britse Civil Aviation Authority besloot uiteindelijk zelf vliegtuigen te huren om alle reizigers terug naar huis te halen.
Kosten
Beide faillissementen kostten de overheden veel geld. De Britten waren naar schatting 60 miljoen pond kwijt, terwijl de Duitse regering een slordige 150 miljoen euro in airberlin pompte.
Faillissement
IATA wil praktijken zoals bij Monarch in het vervolg voorkomen. Dat kan volgens de organisatie als er een “redelijk tijdframe” komt waarin failliete airlines nog mogen vliegen. “Het is aan de lidstaten om te kijken naar betere ideeën om faillissementen te managen”, zegt Monique de Smet, directeur EU Affairs, tegen Reuters.
Noodfonds
Europese reisorganisaties riepen in januari de Europese Commissie op om een financieel noodfonds in te stellen waarmee de kosten betaald kunnen worden als passagiers op grote schaal gerepatrieerd moeten worden. IATA ziet daar niets in, omdat het de markt verstoort. Bovendien zijn er in Europa al afspraken gemaakt waarmee passagiers snel naar huis kunnen.