Tegelijk met de jaarlijkse NAVO-oefening Frisian Flag vindt vanaf de vliegbasis Eindhoven de oefening ‘European Air Refuelling Training’ (EART) plaats. Deze oefening met tankervliegtuigen haalde dit jaar het landelijke nieuws door de toestellen die er niet waren. Oplopende internationale spanningen zorgden ervoor dat Frankrijk en de Verenigde Staten hun deelnemende vliegtuigen vervroegd terugtrokken. Alleen de Nederlandse KDC-10 en de Duitse A310MRTT bleven beschikbaar voor de dorstige jets, die vanaf de vliegbasis Leeuwarden hun oefenmissies vlogen.


Reikhalzend
De Koninklijke Luchtmacht beschikt over twee KDC-10 tankers, die ruim 40 jaar oud zijn. Deze voormalige Martinair DC-10’s werden begin jaren ’90 aangekocht door Defensie en omgebouwd tot tanker/transporttoestellen. Eén toestel was ten tijde van de oefening voor groot onderhoud in San Antonio (Texas). Er zijn nog maar een paar plaatsen op de wereld, waar deze oude tankers voor onderhoud naar toe kunnen. Het is de bedoeling dat de KDC-10’s in 2021 uit dienst worden genomen. Wat er daarna mee gaat gebeuren is nog niet bekend. Misschien worden ze verkocht, misschien worden ze gedeassembleerd. Zeker is wel dat de luchtmacht reikhalzend uitkijkt naar de opvolger van de KDC-10: de Airbus A330.
Flexibel
Ter voorbereiding op de komst van de nieuwe tankers doen enkele luchtmachtvliegers op dit moment ervaring op bij KLM, die de A330 in gebruik heeft. De tankerversie van de Airbus A330, de A330MRTT (Multi-Role Tanker Transport), was in januari van dit jaar al even op kennismakingsbezoek op de vliegbasis Eindhoven. Vanaf 2020 zullen de nieuwe tankers op het Brabantse vliegveld gestationeerd worden. Prettig voor de omgeving, want het tweemotorige toestel maakt minder lawaai. Maar ook prettig voor de luchtmacht. Zo is de A330 voorzien van een dubbel air refuelling systeem: hose/drogue (bijtankslang) en boom (bijtankbuis). Hiermee is de A330 een stuk flexibeler dan de KDC-10 (met één bijtankbuis) of de A310 (met twee bijtankslangen). Omdat de A330MRTT één buis en twee slangen heeft, kunnen in principe alle typen gevechtsvliegtuigen in de lucht van kerosine worden voorzien. Ontvangende toestellen kunnen meestal bijgetankt worden met óf de buis, óf de slang, maar zelden met beide.


Bij veel moderne tankers, zoals ook de KDC-10, wordt de beweegbare bijtankboom op afstand bestuurd door de boomoperator. Deze heeft door middel van monitoren goed zicht op de boom en het ontvangende vliegtuig.
De tankercapaciteit is bij veel luchtmachten nog steeds een schaars goed. Het feit dat twee tankers werden weggeroepen vanwege een operationele inzet, illustreert dit. Om optimaal gebruik te maken van de beschikbare Europese tankercapaciteit, coördineert het European Air Transport Command (EATC) de inzet van Europese tankers. Op dit moment stellen vijf Europese NAVO landen (Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië en Nederland) tankercapaciteit beschikbaar aan de zeven EATC-landen (naast de genoemde vijf zijn dat Begië en Luxemburg).
Vanaf 2020 zal er in Europa nog meer samengewerkt worden op het gebied van tankvliegtuigen. België, Duitsland, Luxemburg, Noorwegen en Nederland schaffen samen acht A330MRTT toestellen aan. Nederland is ‘lead nation’ in dit project. Vijf van de acht A330’s komen op Eindhoven te staan, de overige drie komen op de vliegbasis Köln-Bonn in Duitsland. Elk van de vijf landen heeft een aantal tankeruren ‘ingekocht’, afhankelijk van de te verwachten behoefte.
