Voor veel luchtvaartfotografen, vliegtuigspotters en luchtvaartbloggers is air-to-air fotografie letterlijk en figuurlijk het hoogst haalbare. Toch is het maar weinigen gegeven om (militaire) vliegtuigen en helikopters in hun element vanuit een ander vliegtuig te fotograferen. Dat komt omdat het extreem kostbaar is en/of zeer lastig om te organiseren. Er gaan vaak maanden- of soms zelfs jarenlange voorbereidingen aan vooraf. Niet iedereen kan daarvoor het geduld opbrengen of beschikt over de juiste connecties. De 33-jarige Dirk Jan de Ridder uit Maarssen behoort tot het selecte groepje Nederlandse fotografen, dat van militaire air-to-air fotografie zijn specialiteit heeft gemaakt. Ook werkte hij tussen 2006 en 2015 mee aan in totaal 10 edities van de ‘Military Aircraft Serial Review’ boeken van On Dutch Wings. Redacteur Remco de Wit van Up in the Sky sprak met De Ridder over zijn fotopassie.
Handtekeningen
Dirk Jan de Ridder is al zijn hele leven geïnteresseerd in militaire luchtvaart. Hij haalt herinneringen op: ‘Ik denk dat het in m’n bloed zit. Vanaf zevenjarige leeftijd ging ik elk jaar met m’n vader naar de open dagen van de luchtmacht om Drakens en Tornado’s te zien vliegen. Ook verzamelde ik handtekeningen van piloten in het programmaboekje. Mijn opa (van mijn moeders kant) heeft zijn hele leven bij de luchtverkeersleiding gewerkt, ook bij de luchtmacht. Als ik daar op bezoek was las ik altijd het maandblad De Vliegende Hollander. Zo is mijn interesse gegroeid en als je dan wat ouder wordt, is het een vrij logische stap van ‘passief’ vliegtuigen kijken op vliegshows naar ‘actief’ foto’s ervan maken. En als die hobby een beetje uit de hand loopt, vlieg je jaren later met die jongens mee waar je altijd tegenop hebt gekeken.’
Autodidact
De luchtvaartfoto’s van De Ridder springen er echt uit qua compositie. Des te opmerkelijker dat hij geen enkele opleiding heeft gevolgd op het gebied van luchtvaart of fotografie. De autodidact vertelt: ‘Alles wat ik weet en wat ik doe, heb ik mezelf in al die jaren aangeleerd. Als je veel uren maakt, leer je vanzelf wel wat goed werkt en wat niet. Op luchtvaartgebied raak je nooit uitgeleerd en hoe meer ik leer, hoe meer ik ook merk dat mijn foto’s beter worden en natuurlijk de artikelen die ik er zelf bij schrijf. Maar het blijft uitdagend, het ene moment interview je een piloot van amfibische brandbestrijdingsvliegtuigen die je de juiste vragen probeert te stellen zonder amateuristisch over te komen en een maand later moet je tot in detail duidelijk maken aan een helikopter- of straaljagerpiloot hoe zij in formatie moeten vliegen met een ander vliegtuig om mij optimale fotomogelijkheden te geven. Ik denk niet dat een opleiding me daarop had kunnen voorbereiden.’
Freelance
Het werk van De Ridder op het gebied van luchtvaartfotografie bestaat uit het bezoeken van strijdkrachten wereldwijd die met helikopters of vliegtuigen vliegen. Hij gaat langs, meestal om mee te vliegen en air-to-air foto’s te maken en daarna worden zijn foto’s gepubliceerd in luchtvaarttijdschriften ter ondersteuning van artikelen die hij er zelf bij schrijft. Hij doet dit op freelance basis, maar kan er niet van leven: ‘Uiteraard krijg ik betaald voor publicaties, maar alle kosten vooraf zijn voor mij. Oplages van tijdschriften lopen al jaren terug en op het internet verwacht iedereen dat alles gratis is. Het wordt er dus niet gemakkelijker op om je werk gepubliceerd te krijgen tegen een fatsoenlijke vergoeding. Gelukkig heb ik inmiddels veel ervaring en contacten opgebouwd, dus publiceren is eigenlijk nooit een groot probleem’, aldus De Ridder.
Boek
Op de vraag welke fotoapparatuur hij gebruikt, antwoordt De Ridder: ‘Ik heb twee Canon EOS 1D Mark IV camera’s die ik, waar mogelijk, allebei meeneem. Zittend op een schietstoel is dat niet gewenst in verband met de veiligheid, maar in andere toestellen heb ik altijd twee camera’s om mijn nek. Lenzen wisselen tijdens de vlucht geeft teveel gedoe. Qua lenzen werk ik met een Canon EF 100-400mm (hoewel ik die vooral vanaf de grond gebruik), een EF 70-200mm, een EF 24-70mm en een Samyang 8mm groothoeklens. Tevens heb ik een GoPro camera die leuk is om fragmenten mee te filmen voor op Instagram. Maar het filmmateriaal komt ook zeker van pas bij het briefen van fotovluchten. Fotobewerking doe ik voor het overgrote deel met Adobe Photoshop Lightroom. In 2011 kwam mijn boek ‘Lightroom for Aviation Photographers’ uit waarmee ik andere vliegtuigfotografen leerde foto’s te bewerken met het (toen nieuwe) fotobewerkingsprogramma Lightroom.’
Photoship
Dirk Jan heeft al bijna 100 militaire vlieguren bij elkaar gesprokkeld in 37 typen vliegtuigen bij 17 verschillende luchtmachten. Ongeveer de helft daarvan is in helikopters, zoals de AS532 Cougar, AW101 Merlin, Bell 412, Bo-105, CH-47 Chinook, Mi-17 Hip, NH90 en UH-1H Iroquois. Ook grotere vliegtuigen, zoals tankers of transportvliegtuigen waarvan de achterklep open kan, zijn voor hem goed te gebruiken als photoship. In die categorie heeft hij onder andere in de A310MRTT, C-130 Hercules, C-295, KC-135 Stratotanker en VC-10 gevlogen. De Ridder: ‘Maar het meest bijzonder blijven toch wel de turbo-prop trainers, straaltrainers en straaljagers als je met helm en zuurstofmasker in je eigen cockpit op een schietstoel zit. Daaronder bijvoorbeeld de BAe Hawk in Canada, F-5 Tiger II in Zwitserland, KT-1 Woongbi in Turkije, MiG-21 in Roemenië, Saab 105 in Zweden en T-27 Tucano in Brazilië.’
Trainingsvlucht
De Ridder zet uiteen hoe hij bij het maken van een reportage te werk gaat: ‘Als ik een idee heb voor een artikel in een magazine, dien ik een formele aanvraag in om bij die luchtmacht of eenheid op bezoek te gaan. Over het algemeen gaat dit op hoger niveau zoals via een militair hoofdkwartier of een ambassade. Het is vervolgens aan mij om mijn foto’s te maken binnen de mogelijkheden die de eenheid die ik bezoek aanbiedt. De ene keer betekent dat dat je alleen operationele trainingsvluchten kan meevliegen, soms met een klein beetje inbreng, en de andere keer is alles geheel aan mij. De minimumduur van een bezoek aan een vliegbasis is toch wel twee volle dagen, maar afhankelijk van bijvoorbeeld het weer, het vliegprogramma en andere risico’s kan dit oplopen tot een hele week.’
Topfotografen
De Japanner Katsuhiko Tokunaga wordt algemeen beschouwd als de grondlegger van de air-to-air fotografie. Hij heeft als fotograaf meer vlieguren in straaljagers op z’n naam staan (ruim 2.000!) dan menig gevechtspiloot ooit in zijn carrière bij elkaar vliegt. De Ridder vindt wel dat we er trots op mogen zijn dat een groot deel van de topfotografen in dit vakgebied Nederlands is: ‘Sla er maar eens een willekeurige AirForces Monthly of Combat Aircraft op na. Van de verste uithoeken in Chili tot Pakistan zijn we actief en komen we met uitzonderlijke resultaten thuis. Op zijn tijd kan ik iedere fotograaf wel bewonderen, ofwel om een specifieke foto(set), ofwel alleen al omdat ze ergens zijn binnengekomen in een exotisch land.’
Breaking news
Tijdens zijn fotoklussen heeft De Ridder bijzondere dingen meegemaakt: ‘Mijn eerste straaljagervlucht was wel spannend te noemen. Op militair gebied had ik eigenlijk alleen nog maar in een Cougar en een VC-10 gevlogen, en dan zit je opeens achterin een MiG-21… De acceleratie tijdens het opstijgen is enorm, maar als die naverbrander snel daarna uitgaat lijk het toestel voor je gevoel stil te vallen. Als je tegelijkertijd de motor niet meer hoort denk je wel even ‘als dat maar goed gaat’. Uiteindelijk ging alles natuurlijk gewoon goed en stond ik drie kwartier later weer veilig aan de grond. Ook was het erg bijzonder om eind juni 2016 in Turkije bij de landmacht langs te mogen komen. Vrijwel niemand was daar ooit geweest, laat staan om mee te vliegen, maar ik had het geluk dat voor elkaar te krijgen. Ik mocht in Ankara onder andere met twee AH-1 Cobra gevechtshelikopters een photoshoot doen. Minder dan twee weken later, terug in Nederland, was er ’s avonds opeens breaking news op televisie. Er was een couppoging gaande! F-16s vlogen met naverbranders laag over Istanbul en Cobra’s bleken enkele doelen aangevallen te hebben in Ankara. Wat er vervolgens met de betrokken militairen (en vele anderen) is gebeurd, is algemeen bekend.’
Toekomst
Een vastomlijnd toekomstplan heeft De Ridder niet: ‘Het lastige van militaire luchtvaartfotografie is dat je heel weinig controle hebt over toekomstplannen. Ik heb een hele lijst aan landen en vliegtuigen in m’n hoofd die ik nog wel wil bezoeken en fotograferen, maar ik ben afhankelijk van landen of ze me überhaupt wel willen hebben. Een natuurfotograaf kan een ticket boeken naar de Noordpool of naar de jungle in Maleisië. Ik kan dat niet. Maar uiteraard wil ik meer vlieguren maken, veel unieke vliegtuigen fotograferen, zoveel mogelijk exotische luchtmachten bezoeken, beter worden in wat ik doe en vooral het plezier erin houden. Zoals het er nu uitziet, kan ik dit jaar sowieso in twee nieuwe landen meevliegen.’
Veiligheid
Aan het einde van het interview geeft De Ridder nog wat tips aan beginnende air-to-air fotografen: ‘Let vooral op de veiligheid. Vlieg alleen met piloten die voldoende ervaring hebben met formatievliegen en het uitvoeren van de manoeuvres die je in gedachten hebt. En leer van je eigen foto’s door te kijken wat voor verschil het maakt in welke richting je vliegt, waar de zon dan staat, of je onderwerp iets hoger, lager, meer naar voren of achter vliegt. Belangrijk is ook welke instructies je de piloten voor en tijdens de vlucht geeft en hoe zij dat interpreteren.’
Het fotowerk van Dirk Jan de Ridder is te bekijken op zijn website www.ridder.aero en op Instagram (@djderidder). Daar plaatst hij ook wel eens live filmpjes op van voor, tijdens en na het vliegen. De filmpjes zijn alleen te zien voor zijn volgers en alleen live.
©Dirk Jan de Ridder
De Queen of the Skies is terug!
Dertig jaar lang vloog de PH-BFG in het KLM-blauw de wereld over. In 2019 ging ze met pensioen, maar nu is ze terug..
Een uniek stukje luchtvaartgeschiedenis. Bestel nu in de webshop van Up in the Sky - gratis verzonden!