In het kader van de herdenkingen van ‘D-Day’, de geallieerde invasie op 6 juni 1944, landden afgelopen zondag bijna 500 parachutisten in Normandië. De paratroopers sprongen uit negen C-130 Hercules en C-160 Transall transportvliegtuigen van de Amerikaanse, Duitse, Franse en Nederlandse luchtmacht. Up in the Sky mocht als één van de weinige media vanaf Cherbourg meevliegen met een C-130J Hercules van het 37th Airlift Squadron, 86th Airlift Wing, afkomstig van de vliegbasis Ramstein in Duitsland.
Geëscorteerd
Wat de vlucht zo bijzonder maakte, was dat de transporttoestellen werden geëscorteerd door twee A-10’en van het 107th Fighter Squadron, Michigan Air National Guard. Acht A-10’en van dit squadron maakten enkele dagen daarvoor een tussenlanding op RAF Mildenhall. De toestellen waren op weg naar Estland, waar ze deel zouden nemen aan een internationale oefening. Twee A-10’en waren achtergebleven in Groot-Brittannië, om te kunnen deelnemen aan de D-Day herdenkingen.
Toevallig
Dat juist deze toestellen van dit squadron deelnamen aan de herdenkingen is zeker niet toevallig. Het 107th Fighter Squadron werd in 1917 opgericht als het ‘107th Aero Squadron’ en is daarmee één van de oudste, nog actieve squadrons van de Amerikaanse luchtmacht. Als ‘107th Tactical Reconnaissance Squadron’ nam het deel aan de invasie in Normandië, met de fotoverkenningsversie van de P-51 Mustang. Tijdens de eerste dagen van de invasie was het zelfs het enige verkenningssquadron dat actief was boven het gebied. Daarmee was het een belangrijke bron van informatie voor de geallieerde bevelhebbers. Op 5 juni, de dag voor de invasie, maakten ze ook al verkenningsvluchten. Over de aanblik van de invasievloot zei één van de piloten later: “Ik heb in mijn hele leven nog nooit zoveel schepen bij elkaar gezien. Een gezicht dat ik voor geen goud had willen missen.”
Frankrijk
Tien dagen na de eerste landingen, vertrok het grondpersoneel al naar Frankrijk. Per landingsschip werden 80 man grondpersoneel met hun materieel over Het Kanaal vervoerd. Anderhalve week later volgen de vliegtuigen van het squadron. Een landingsstrip aangeduid als ‘Landing Strip A4’ werd hun nieuwe thuisbasis. Tot aan september 1944 nam het squadron deel aan de operaties boven Frankrijk, waarna het werd overgeplaatst naar België.
Jubileum
Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het squadron als thuisbasis Selfridge ANGB (Michigan). Sinds begin 2009 vliegt het squadron met de A-10. Ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum van het squadron kreeg vorig jaar een van de A-10’en een speciale beschildering. De donkergroene camouflagekleuren en de zwart-witte ‘invasiestrepen’ zijn identiek aan het kleurenschema van de Mustangs van het squadron tijdens D-Day. De rode duivel staat op het squadronembleem en verwijst naar de bijnaam van het squadron, ‘Red Devils’.
Terugkeren
Acht A-10 toestellen van het squadron zijn op dit moment nog in Estland zijn vanwege deelname aan de oefening ‘Saber Strike 2018’. Deze oefening vindt plaats in de Baltische Staten en Polen en eindigt op 15 juni. Daarna zullen de A-10’s terugkeren naar hun thuisbasis in Michigan. De verwachting is dat over niet al te lange tijd de ‘groene A-10’ met het speciale kleurenschema, weer de oude vertrouwde grijze kleuren zal terugkrijgen.
Special thanks to the crew of the 37th Airlift Squadron, 86th Airlift Wing (USAFE); to pilots and Public Affairs of the 107th Fighter Squadron (Michigan ANG) and to Ms Elizabeth Ortiz of U.S. European Command (EUCOM).