Marco Barneveld stapte in de voetsporen van Ernest Hemingway, pakte zijn hengel en koos de diepzee voor de kust van Aruba. Een ziltige zoektocht naar blauwe marlijn, makohaaien en andere enorme roofvissen. “Vandaag heeft de zee gegeven.”
De aanslag is snel en krachtig. De hengel aan bakboord buigt diep voor de edele vis die een hap nam uit het aas en zich nu geconfronteerd ziet met een scherpe haak in zijn bek. Uitkijkend over het glinsterende, diepblauwe water zit ik prinsheerlijk in mijn vistroon, stoel achter op het dek. Ik ben klaar voor wat in big game vistermen de dril heet: de onverbiddelijke confrontatie tussen mens en vis, intelligentie en techniek tegen kracht en uithoudingsvermogen.
De vis springt bijna anderhalve meter de lucht in. Is het een blauwe marlijn? Een zeilvis? Nee, het is een dolfijnvis die goudgeel glanzend een geweldige strijd levert. Telkens vlucht het vinnige wezen snel en met grote kracht weg. Het springt het water uit, loopt op zijn staart over het wateroppervlak om zich plots te laten vallen en in de peilloze diepte te verdwijnen. Alleen zit hij nog steeds vast. En dus laat ik de hengel weer zakken en haal de lijn beetje bij beetje in.
Onze boot de Dushi, wat schatje betekent in het Papiamento, trekt de vislijnen door het warme water van de Caribische Zee, ongeveer een drietal kilometers ten zuiden van Aruba. Op deze wateren visten duizenden jaren voor onze jaartelling de Arawak-indianen, die Aruba bewoonden, op dezelfde vissen als wij nu uit de zee willen onttrekken.
De nieuwe Bose A30-pilotenheadset: beter dan ooit?
Bestel nu in de webshop van Bose Aviation!

