Het zijn de maanden van de krankzinnige drukte op de luchthavens. Zakenlui-in-pak hebben plaatsgemaakt voor massatoeristen. Ik weet niet hoe het met u zit, maar zelf let ik altijd vooral op de Nederlandse toeristen. Beleefd vind ik ze vaak niet. Wel mondig, veeleisend en luidruchtig.
Wat je steeds vaker ziet, zijn schoolklassen die gezamenlijk een (educatief) reisje maken. Vroeger deden wij dat met een touringcar – vierentwintig uur naar Rome; tien uur naar Parijs – tegenwoordig boeken scholen gewoon vijfentwintig vliegtickets. Gelukkig maar, want het levert prachtige taferelen op.
Laatst op een luchthaven in Spanje: een klas middelbare scholieren, ik schat een jaar of dertien, veertien. Op de terugreis van een ongetwijfeld leerzaam maar vermoeiende stedentrip. Drie begeleiders, wiens scherpheid nog niet had geleden onder de wanhoop die zo onmiskenbaar nabij waren.
‘Niet met je poten op die bank, Mo!’
‘Waarom niet, meester?’
‘Maak jij het ook schoon dan?’
‘Daar worden toch mensen voor betaald?’
‘Houd je brutale mond nou maar, jongen, anders zet ik je op de trein.’
U hoort het, wederzijdse beleefdheid is een groot goed op hedendaagse scholen. Ik zat geamuseerd te luisteren, toen we opeens moesten boarden. Naar goed Hollands gebruik had zich reeds een lange rij gevormd, want de gedachte dat hoe eerder je instapt, hoe sneller je thuis bent, heeft nog steeds verbazend veel aanhangers. Het groepje luidruchtige scholieren dat om mij heen zat, sprong op en begaf zich naar de incheckbalie. Helemaal vooraan de rij.
Nou zullen we het krijgen, dacht ik terwijl ik naast ze ging staan in de rij voor priority boarding, die nog bijna helemaal leeg was. Maar nee hoor. Niemand durfde wat te zeggen. Brutalen hebben immers de halve wereld. Even dacht ik dat ze er werkelijk mee zouden weggekomen, maar ik had buiten de begeleiders gerekend.
‘Samira, Jermaine, Jack en Mo – dat had je gedacht! Hup, áchteraan aansluiten!’
‘Wie? Wij, meester?’
‘Ja, zie jij nog andere mensen die Jermaine heten, Jermaine?’
‘Weet ik veel, meester.’
‘Ik zeg het niet nog een keer. Achteraan. Ja, daar! Had je maar eerder in de rij moeten gaan staan.’
‘Maar die rij is fokking lang, meester!’
‘Dan moet je fokking veel geduld hebben. Het vliegtuig gaat heus niet zonder jou weg, Jermaine.’
‘Tss, duh! Maar waar moet ik mijn koffer dan laten?’
Op dat moment greep een stewardess in. Ze had het hele gesprekje gevolgd vanachter de balie. Tegen de leraar zei ze: ‘Meneer, die kinderen mogen maar één stuk handbagage per persoon meenemen.’ Inderdaad was het mij al eerder opgevallen dat ze allemaal minimaal twee stukken bagage per persoon om zich heen hadden staan.
‘Jullie horen het, jongens,’ zei de meester. ‘Prop het allemaal maar in één tas!’
Verbijstering was nu af te lezen op de gezichten van Samira, Jermaine, Jack en Mo.
‘Hoezo maar één tas, meneer?’ vroeg Samira. ‘Wat moet ik dan met mijn Gucci-tasje doen?’
‘In je koffer stoppen.’
‘Maar dan kreukelt ‘ie toch?’
‘Dat is niet mijn probleem, Samira.’
Samira begon al te protesteren, maar toen gebeurde er een wonder. De stewardess zei: ‘Dat tasje kun je wel óp je koffer leggen. Dat past wel.’
Even was Samira, net als de andere leerlingen, met stomheid geslagen. Toen zei ze: Dank u wel, mevrouw.´
Waarmee bewezen is dat beleefdheid nog wel degelijk bestaat op vliegvelden.
Pre-order nu: schaalmodel van de gloednieuwe KLM A321neo
Nu te bestellen in de webshop! Let op: limited edition.