Luke Air Force Base in Arizona is al sinds de Tweede Wereldoorlog een belangrijk centrum voor het opleiden van gevechtsvliegers van de Amerikaanse luchtmacht. Sinds 2015 worden hier piloten omgeschoold op de F-16 en de F-35. Up in the Sky bracht een bezoek aan deze vliegbasis.
Hoogtepunt
Sinds halverwege de jaren ’90 is Luke AFB de grootste F-16 trainingsbasis van de Amerikaanse luchtmacht. Tijdens het hoogtepunt, zo’n tien jaar geleden, had de 56th Fighter Wing acht squadrons met in totaal meer dan 200 toestellen. Jaarlijks studeerden meer dan 100 F-16 piloten af. Sinds 2013 vind er een verschuiving plaats richting de F-35. Dat betekent echter niet dat de F-16 snel zal verdwijnen van Luke. Luitenant-kolonel Justin Hicks, instructeur op de F-16: “Op dit moment leiden we wel minder F-16 vliegers op dan tien jaar geleden. Tegenwoordig slagen er twee klassen per jaar, met gemiddeld zo’n twaalf leerlingen. Dus per jaar leveren we zo’n 24 nieuwe F-16 vliegers als op Luke.”
Singapore
Sean Clements, persvoorlichter van 56th Fighter Wing, Luke AFB: “De USAF heeft, inclusief Air National Guard en Reserve, een vloot van meer dan 1000 F-16’s. De verwachte levensduur van de toestellen wordt geschat op een jaar of 30 vanaf nu. Dus F-16 training is de komende jaren nog zeker nodig! Op dit moment zijn er nog vier F-16 squadrons bij 56th Fighter Wing, met totaal 77 toestellen. Daarnaast is er nog één F-16 squadron van de USAF Reserve.” Het 21st Fighter Squadron (‘Gamblers’) heeft het opleiden van Taiwanese F-16 piloten en technici als taak. Het 425th Fighter Squadron (‘Black Widows’) traint Singaporese vliegers en grondpersoneel op de F-16. Het 309th Fighter Squadron (‘Wild Ducks’) en 310th Fighter Squadron (‘Tophats’) leiden op dit moment Amerikaanse F-16 piloten op. Het 69th Fighter Squadron (‘Werewolves’) valt onder de USAF Reserve en leidt F-16 piloten op voor de USAF Reserve squadrons.

Transitie
Luitenant-kolonel Justin Hicks is instructeur op de F-16 bij het 69th Fighter Squadron, USAF Reserve. “Ik hoor bij de USAF Reserve, maar ben op dit moment tijdelijk ‘uitgeleend’ aan het 310th Fighter Squadron. De ‘B-course’ opleiding voor nieuwe F-16 piloten wordt verzorgd door het 310th FS, terwijl het 309th FS de meeste transitie-cursussen en SOC’s voor zijn rekening neemt.” De transitiecursus is bedoeld voor vliegers die van een ander gevechtsvliegtuig zoals de F-15 komen. SOC staat voor Senior Officer Course. Deze cursus traint senior officieren op de F-16, die na een (niet-vliegende) staffunctie een leidende functie krijgen bij een F-16 eenheid.
Formatievliegen
Wat staat een aankomend F-16 piloot te wachten, als hij (of zij) op Luke begint met de opleiding? Justin Hicks: “De syllabus voor B-course studenten begint met een maand lang ‘academics’, vergelijkbaar met de F-35. Onderdeel van deze ‘academics’ is een aantal simulatorvluchten. Daarna volgen de eerste ‘gewenningsvluchten’, om de studenten te laten wennen aan het toestel. De eerste vlucht is nog in een tweezits F-16D, maar de tweede vlucht is meteen al solo – met weliswaar een instructeur die in formatie meevliegt. In totaal zes vluchten leren de studenten niet alleen hoe het toestel te hanteren, maar ook formatievliegen en vliegen in minder goed weer.”
Fantastisch
Hicks: “De F-16 is een fantastisch vliegtuig, het is echt om de piloot heen gebouwd. Ik heb ook op de F-15E Strike Eagle gevlogen, en een paar jaar op de Tornado bij de Royal Air Force. Vergeleken met die twee typen vind ik de F-16 echt een heel fijn toestel om te vliegen. Dankzij de fly-by-wire en de krachtige motor is er bijna geen situatie, waar je je niet uit kunt redden. En dat is een heel comfortabel uitgangspunt, als piloot. Een wereld van verschil met het vliegen op een éénmotorig propellortoestel, kan ik uit ervaring zeggen!” Hicks is namelijk druk bezig zich om te scholen tot verkeersvlieger.

Aanvallen
In de volgende fase van de opleiding leren de aankomende F-16 vliegers hoe ze het toestel kunnen inzetten als wapenplatform, eerst ‘air to air’ (luchtgevecht), daarna ‘air to ground’ (aanvallen van gronddoelen). De air to air-syllabus valt uiteen uit meerdere onderdelen; verdedigend, aanvallend, één tegen één, meerdere toestellen tegen elkaar, binnen en buiten gezichtsbereik etc. Het leren aanvallen van gronddoelen volgt eenzelfde modulaire aanpak. Met standaard ‘domme’ oefenbommen wordt van verschillende hoogten een gronddoel aangevallen. Vervolgens wordt geoefend met precisie-lasergeleide munitie, de zogeheten ‘slimme bommen’.
Specifiek
Lt.kol Hicks: “Ondanks dat we in gevechtssituaties alleen maar geleide munitie gebruiken, beginnen we toch de eerste paar oefenvluchten met domme bommen. Je moet op ontzettend veel dingen letten bij het uitvoeren van een aanval op een gronddoel. Je moet met een specifieke snelheid in een specifieke richting vliegen, soms nog onder een specifieke duikhoek maar in elk geval op een specifieke hoogte. Verder moet je op een specifiek tijdstip boven dat ene specifieke doel zitten. Het is dan goed om een bepaald bewustzijn aan te leren, waar je naar moet kijken. Bovendien beschikken we nog altijd over een flink arsenaal aan ongeleide wapens. Hopelijk hebben we het nooit nodig, maar het zou jammer zijn als we als gevechtsvliegers die vaardigheid zouden verliezen.”
Aan het einde van de opleidingssylabus worden de studenten geacht alle verschillende vaardigheden te hebben geïntegreerd. Lt.kol. Hicks: “In een oefenmissie met vier toestellen moeten ze een gronddoel aanvallen. Maar dat wordt verdedigd vanaf de grond én door andere vliegtuigen. Dus ze krijgen te maken met allerlei soorten bedreigingen: ‘air to air threats’ maar ook ‘surface to air threats’. Als ze succesvol hun weg naar het doel hebben kunnen vechten én hun weg naar buiten én het doel hebben kunnen raken, dan zijn ze echt geslaagd als F-16 piloot. Dan zijn ze klaar om over te gaan naar een operationeel squadron. ‘Van zero tot hero’!”

Volgende week deel 2 van deze longread: F-35 training op Luke Air Force Base.
The author would like to thank Sean Clements and Lt.Col. Justin Hicks of 56th Fighter Wing at Luke AFB for their cooperation. Met dank aan Lucien Blok en Paul Mali, voor hun medewerking aan de totstandkoming van dit artikel.