Precies vandaag, maar dan gisteren, kreeg ik van De Instructeur toestemming om me in een Bièlsko SZD-51 Junior voor de eerste keer door een Piper Cub naar vijfhonderd meter te laten slepen.
Je moet bij de training hiervoor – in een tweezitter – met name leren om niet op elke scheet te reageren. Herkennen of het sleepvliegtuig door externe oorzaken – thermiek – losraakt van de horizon, of omdat je zèlf zit te kloten.
In het eerste geval wacht je gewoon af tot je eigen vliegtuig zelf ook een opdonder krijgt, en in het tweede geval corrigeer je.
Uitdaging voor mij was dat ik nog een paar oude reflexen weg moest trainen. Een hang glider is zoals dat heet gewichtsbestuurd, en vereist dus in dezelfde situatie op de pitch omgekeerde inputs. Trekken = duwen & duwen = trekken.
Maar ‘het ging goed’, kreeg ik zelfs als een bescheiden complimentje na de landing. Ondanks de crosswind die het geheel nog iets spannender maakte.
Zweefvliegen is hartstikke leuk. Ik zeg met Cup-a-Soup: dat zouden méér mensen moeten doen.
Goof Bakker
[email protected]