Motorbouwer CFM kan de vraag naar nieuwe LEAP-motoren van Airbus en Boeing weer aan. Dit stelt de ceo van de motorbouwer tegenover FlightGlobal. Eerder liep de productie van de motoren achter bij de vraag van de vliegtuigbouwers.
Verschillende versies
CFM bouwt de LEAP-motor in verschillende varianten, één voor de A320 van Airbus en één voor de 737 MAX van Boeing. Ook wordt voor het Chinese toestel C919 een LEAP-versie gebouwd.
Vertragingen
Volgens FlightGlobal liep de productie van de motoren de laatste tijd achter bij de vraag van vliegtuigbouwers. Doordat Boeing de productie van de 737 MAX de laatste maanden verminderde, kreeg CFM iets meer lucht. “We zijn weer bij, we liggen weer op schema”, stelt ceo Gael Meheust.
Toeleveranciers
De vertragingen die CFM opliep, kwamen doordat de toeleveranciers van de motoronderdelen de toegenomen vraag niet aankonden. Ook concurrent Pratt & Whitney heeft hier last van. “Er is een beperkt aantal leveranciers. Daar moeten we rekening mee houden”, stelt Meheust.
Onderhoud
Naast het produceren van nieuwe motoren voert CFM bij Boeing ook onderhoud uit aan de motoren van de 737 MAX’en die bij de vliegtuigbouwer gestald worden. Met dat onderhoud wordt voorkomen dat de motoren straks niet goed functioneren als het toestel weer mag vliegen.