Reizigers zijn bereid om een extra heffing te betalen voor CO2-compensatie, maar daarbij maakt het uit hoe die heffing genoemd wordt. Voor een ‘compensatie’ wordt wel betaald, voor een ‘vliegtaks’ niet.
Onderzoek
Deze conclusie trekken Amerikaanse onderzoekers na een onderzoek onder 1.800 reizigers in de Verenigde Staten, stelt de UBC Sauder School of Business. In het onderzoek werd gekeken hoe reizigers reageerden op een heffing van $14. Dat bedrag werd in verschillende benamingen gepresenteerd.
Naast de benaming van de extra heffing reageren reizigers ook positiever als ook de producent van kerosine een extra heffing moet betalen, stelt één van de onderzoekers.
Oliemaatschappijen
“Mensen hebben de perceptie dat oliemaatschappijen verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering, of in ieder geval meer dan zij zelf zijn”, zegt David Hardisty, docent marketing en gedragswetenschap aan het instituut. “Consumenten staan positiever tegen CO2-beprijzing als het gericht is tegen de
Omschrijvingen
Volgens de onderzoekers waren de deelnemers aan de studie meer geneigd om een ticket te kopen als de heffing omschreven werd als “CO2-compensatie voor productie van kerosine” dan wanneer de heffing “CO2-taks voor vliegreizen.”
CO2-compensatie
Diverse luchtvaartmaatschappijen bieden tegenwoordig de mogelijkheid aan reizigers om CO2 te compenseren. Bij Lufthansa kunnen reizigers de aanplant van bos in Nicaragua steunen, Icelandair steunt de aanplant van IJslands bos. Reisaanbieders Sunweb en Riksja Travel halen de keuze bij de consument weg en compenseren zelf alle CO2.