Precies vandaag, maar dan in 2015, cirkelde ik in een Cirrus SR22 rond de top van de Mont Blanc. De berg lag als een immense koperklomp in de ondergaande zon.
De lokale Franse piloot, die zojuist mijn vliegmaat diens altiport rating had helpen halen voor het nabije vliegveld Courchevel, mompelde in zijn headset dat hij de beroemde berg nog nimmer zó mooi had gezien.
In de VS vloog ik met een gehuurde Cessna op nauwelijks tweehonderd meter over het beroemde Crater Lake in Oregon. Het diepste meer ter wereld dat helemaal boven zeenivo ligt. Zó blauw dat je denkt dat iemand de boel in Photoshop opgeleukt heeft.
In Marokko vloog ik in een C172RG laag over een dicht-aaneengegroeid bos van dadelpalmen, voortslingerend langs een onzichtbaar riviertje, dat zich in miljoenen jaren tientallen meters had ingevreten in het knalrood van een rotsplateau.
Met de O-2 vloog ik op vijfhonderd voet langs de grillige kusten van Noorwegen en Groenland. Je kijkt dan de fjorden ìn, en niet er op. In de Yak vloog ik eens onder de White Cliffs of Dover. Het eiland Eleuthera van de Bahama’s heb ik van opzij gezien, terwijl we op twintig meter hoogte over de branding vlogen.
Kan ik zo wel even zo door gaan? Nee! Want dit zijn de mooiste vliegervaringen van dertig jaar. Op de vingers van één hand te tellen. En de meeste dan ook nog op vele honderden nautical miles van huis.
En dit stukje is dus allerminst een oproep om uw brevet te gaan halen. Doorgaans vliegt u namelijk, net als met een airliner, zoemzoembroembroem, over een angstwekkend saai landschap, terwijl het motortje uw euro’s met een frequentie van drie-per-minuut wegmaalt.
Zijn er oplossingen voor deze bizarre vorm van verveling? Ja! Dicht bij huis genieten van de elementen. De ondergaande zon. Merkwaardige wolkenpartijen. Leigrijze luchtkastelen, aan de aarde vastgeregend. En daar dan het liefst een mooie barrel roll omheen draaien.
De Vierde Wet van Goofy luidt dan ook: ga zeker vliegen, maar blijf vooral thuis.
Goof Bakker
Additional facts
Mijn vriend Joost heeft deze wet inmiddels tot een kunst verheven. Hij vliegt elke zaterdag het laatste uurtje, in the Golden Hour, met zijn SuperCub. Hij ziet de IJssel elke week weer in een ander licht, en elke drie maanden in een ander jaargetijde. Verveling uitgesloten. Ik heb hem inmiddels Joost ‘Sunset’ Steenbeek genoemd.
Tegenwoordig kijken de meeste piloten zelfs niet meer naar buiten, maar volgen een vliegtuig-icoontje dat zich pixel-voor-pixel voortworstelt op het scherm van hun iPad. Vervelender kan niet. Ik hoorde ooit iemand zeggen: als je gaat fotograferen moet je eigenlijk een hobby hebben. Zomaar een brevet halen eindigt vaak in het zoveelste tochtje naar Texel met de buurman. Zelfbouwen (houdt nooit op!), formatievliegen, aerobatics zijn goeie ideeën. Of zoals we met de O-2 doen: met een classic naar vliegfeesten en je daar laten fêteren. Zweef- en deltavliegen houden ook langere tijd hun uitdaging.
Voor het vliegveld van Courchevel (ICEO LFLJ) moet je een speciaal diploma halen, dat je elk half jaar dient te vernieuwen. De runway staat namelijk onder een hoek van pakweg vijftien graden. Landend moet je na de touch down precies op het goeie moment een poep gas geven; opstijgend moet je oppassen dat je de motor niet over z’n toeren draait, voor je het ravijn in duikt.
Proeflezer Corné Vorselaars meldt dat het Baikal-meer het diepste meer is, maar naar ik begrepen heb ligt Crater Lake geheel boven de zeespiegel, dus ook het laagste punt.