De totale geluidsbelasting en uitstoot van het vliegverkeer op Schiphol groeien mee met het aantal vliegbewegingen, maar er wordt voldaan aan alle normen. Dat staat in het nieuwe rapport Staat van Schiphol.
Meer blootstelling
Jan van den Bos, inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, zegt in het rapport dat de tweede editie van de Staat van Schiphol laat zien dat de hinder van geluid en de uitstoot van vliegverkeer de afgelopen vijf jaar zijn meegegroeid met het aantal vliegbewegingen. “In de omgeving van Schiphol worden meer mensen blootgesteld aan geluid, luchtverontreiniging en veiligheidsrisico’s. Het geluidsniveau van alle vliegtuigbewegingen samen is ruim binnen de norm, maar de mensen in de omgeving van Schiphol beleven dit anders. Wat voor velen abstracte cijfers zijn, ervaren direct omwonenden als dagelijkse overlast of een gevoel van onveiligheid.”
Geluidsniveau
De geluidsbelasting van Schiphol is voor direct omwonenden de afgelopen vijf jaar toegenomen vanwege de drukte op de zogenoemde secundaire banen. Bij deze banen wordt aan- en uitgevlogen over dichtbevolkte gebieden. Daarbij komt dat er een toename van bebouwing is, waarvan het gevolg is dat meer omwonenden hinder ondervinden van het vliegverkeer. Voor geluidshinder zelf is geen wettelijke normering vastgelegd, voor de totale geluidsbelasting wel. Deze blijft volgens het rapport ruim binnen de norm.
Uitstoot per vliegbeweging neemt af
Na het wegverkeer is de luchtvaart de grootste veroorzaker van luchtverontreiniging rondom Schiphol. Wel neemt de uitstoot per vliegbeweging licht afgenomen door schonere motoren van nieuwe vliegtuigen. Door groei van het algehele aantal vliegbewegingen is de totale uitstoot van schadelijke stoffen wel gestegen.
Veiligheid
Uit het rapport blijkt dat ook de vliegveiligheid op de luchthaven niet is verslechterd. Wel worden er door de groei van het aantal woningen rond Schiphol meer mensen blootgesteld aan geluid en veiligheidsrisico’s. In een persbericht geeft de inspectie aan dat de samenwerking tussen sectorpartijen tot een beter zich op de veiligheidsrisico’s leidt, maar dat de praktijk nog moet uitwijzen of de veiligheid er daadwerkelijk mee verbetert.