Precies vandaag kwam ik weer eens een foto tegen van Big Beautiful Doll. Een mooie naam voor een vliegtuig.
Soms noemen piloten hun vliegtuig naar hun verloofde. Zoals bij Yeagers ‘Glamorous Glennis’. Of naar hun moeder: ‘Enola Gay’.
Soms kozen ze voor macabere namen als ‘Devil’s Helper’.
Of heel poëtische: ‘Aluminum Overcast‘. Zie het voor je: een aaneengesloten wolkendek van aluminium. Een metafoor voor de ontzaglijke armada aan vliegtuigen die de naamgever dagelijks hoog in de lucht om zich heen zag.
Alle namen verwoordden een bizarre affectie voor het object dat zowel redding als ondergang kon betekenen. Ze zijn zowel een aanhankelijkheidsbetuiging als een bezweringsformule. ‘Laat me niet in de steek. Zorg dat ik levend terugkeer.’
Op Duxford zag ik ooit Big Beautiful Doll. Een zinsnede uit een liedje dat in al 1911 geschreven werd, maar dat wellicht in de oorlog nog wel gezongen werd, bij de piano in de mess. Waarschijnlijk bedacht de piloot de naam terwijl hij naar zijn vliegtuig wandelde, het liedje neuriënd dat van de avond ervoor was blijven hangen.
Misschien had hij een lichte kater, die altijd een vreemd soort associatieve inspiratie geeft. Zie hem naar zijn toestel lopen, op een prachtige Engelse zomermorgen in 1944. Daar stond ze in het gras, zijn vliegtuig. Licht bedauwd, toch glanzend in het heldere morgenlicht. De trotse neus wijzend naar de hemel, haar werkterrein.
‘Big beautiful doll’, dacht de piloot opeens: ‘Dat is het! Big Beautiful Doll. Die ga ik er vanavond op schilderen als ik terugkom van Wuppertal.
Als ik terug kom van Wuppertal.
Goof Bakker
[email protected]