De Tweede Kamer heeft woensdagavond ingestemd met een vliegbelasting van zeven euro per ticket voor passagiersvluchten, 3,85 euro per ton vracht voor lawaaiige vrachtvliegtuigen en 1,925 euro per ton vracht voor zuinigere cargotoestellen. Oorspronkelijk zou deze per 1 januari 2021 moeten ingaan, maar vanwege de coronacrisis is die datum nog niet zeker.
Uitstel
Voorafgaand de stemming liet Hans Vijlbrief, staatssecretaris van financiën, in een brief aan de Tweede Kamer weten dat er nog een mogelijkheid tot uitstel is. “Ik verwelkom dat u stemt over het wetsvoorstel, zodat de parlementaire behandeling ondanks de bijzondere omstandigheden kan worden voortgezet”, schrijft Vijlbrief.
Corona
“De coronacrisis heeft zoals bekend ook zware gevolgen voor de luchtvaartsector, waarbij de ontwikkelingen in de komende periode nog zeer onzeker zijn. Dat roept de vraag op wat dit betekent voor de invoering van de voorgestelde vliegbelasting per 1 januari 2021, zoals beoogd in het regeerakkoord”, vervolgt de staatssecretaris.
Europese belasting
Hij wijst er op dat het wetsvoorstel intreedt op een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip. “Achtergrond is dat op deze manier tot het laatste moment rekening kan worden gehouden met de mogelijke totstandkoming van een Europese belasting op luchtvaart. Het betekent ook dat een latere inwerkingtreding mogelijk is als gevolg van de coronacrisis”, aldus Vijlbrief.
Stemming
Een grote Kamermeerderheid stemde voor de wet. Linkse partijen hadden liever gezien dat het om een hoger bedrag zou gaan, maar zijn in ieder geval blij dat er iets van een belasting op vliegtickets wordt ingevoerd.