Wat is er nodig om mensen uit het vliegtuig en in de trein te krijgen? Dat onderzocht zakenbank UBS in een enquête onder 1.000 mensen in Europa en China. We zetten de belangrijkste conclusies daaruit op een rij.
Prijs
Om de switch te maken is de prijs het belangrijkste argument voor de mensen die zich een ‘vliegtuig-reiziger’ beschouwen. Meer dan 60 procent zou de trein nemen als de treinkaartjes de helft van een vliegticket kosten. Er wordt dan uitgegaan dat de ticketprijs op het traject 100 euro is.
Snelheid
Op nummer twee staat de snelheid van het vervoer. Vier uur in de trein is acceptabel voor 70 procent van de ondervraagden als het gaat om pleziertrips. Bij die tijd maakt het mensen niet uit of ze de trein of het vliegtuig nemen. Voor zakenreizen ligt dat anders, daar is twee tot drie uur de max voor de meeste mensen. Andere belangrijke argumenten in deze categorie zijn een verhoogde frequenties en de beschikbaarheid van infrastructuur.
Comfort
Een hoger comfort is ook een relatief belangrijk argument om te switchen. Milieuoverwegingen staan onderaan het lijstje, maar worden wel steeds belangrijker.
Zakenreizigers
Opvallend genoeg zijn het met name de zakenreizigers die zeggen te overwegen te switchen van vliegtuig naar trein. Veel meer dan plezierreizigers.
Niet switchen
Slechts een klein percentage van alle ondervraagde reizigers zegt helemaal niet uit het vliegtuig te willen stappen. Bij degenen die wel een alternatief voor het vliegtuig overwegen, staan hogesnelheidstreinen met afstand op nummer één.