In een voorgaand artikel werd beschreven hoe Mojave Airport is uitgegroeid tot opslagplaats van verkeersvliegtuigen. Hoewel de Amerikaanse defensie in 1961 het vliegveld al verliet, is het nooit rustig en stil geweest op Mojave.
Sinds de jaren ’70 zijn steeds meer luchtvaartbedrijven naar Mojave Airport gekomen. De locatie is uitermate geschikt voor het uitvoeren van vliegtesten. Veel experimentele toestellen van Scaled Composites, het bedrijf van Burt Rutan, maakten vanaf Mojave hun eerste vlucht.
Testpiloten
De ‘National Test Pilot School’ kwam in 1981 naar Mojave. Het is de enige civiele school in Amerika voor testpiloten. De NTPS biedt cursussen en opleidingen aan op het gebied van testvliegen. Ook werkt de NTPS in opdracht van onder meer de USAF en NASA. Ze hebben een eigen vloot met verschillende ex-militaire toestellen, waaronder enkele MB326 Impala’s (voormalige lestoestellen van de Zuid-Afrikaanse luchtmacht), een MiG-21 en een T-38 Talon.
Drones
Edwards Air Force Base, een belangrijke testbasis van de USAF en NASA, ligt op 30 kilometer van Mojave. Mede hierdoor vestigden zich ook bedrijven die in opdracht werken van defensie. Zo begon in 1975 Flight Systems, Inc met het bouwen van ‘drones’ voor de Amerikaanse luchtmacht – alleen waren dit andere onbemande toestellen dan we nu kennen.
Oplossing
Het Amerikaanse leger en de Amerikaanse luchtmacht waren begin jaren ’70 op zoek naar Full Scale Aerial Targets (FSAT), oefendoelen met het formaat van een echt vliegtuig. Oude straaljagers ombouwen, zodat ze ook onbemand en op afstand bestuurbaar konden vliegen, bleek de goedkoopste oplossing. De F-86 Sabre, veelal afdankertjes van de Canadese luchtmacht, bleek hiervoor zeer geschikt.
Negen levens
Canadair Sabre Mk.5 met staartnummer 23338 heeft een bijzondere geschiedenis. Het begon zijn carrière bij de Canadese luchtmacht. In de jaren ’80 vloog het zeker dertien onbemande vluchten als oefendoel. Negen keer werd het beschoten door luchtdoelraketten vanaf de grond, en al deze keren miste de raket. Sindsdien kreeg het toestel de bijnaam ‘Black Cat’. Na veel omzwervingen werd het toestel in 2015 aangekocht om te worden gerestaureerd. Het staat nu tentoongesteld in het Cold War Museum in het Canadese Calgary.
Kerkhof
Toen de F-86’s begonnen op te raken, ging men over op F-100 Super Sabres en F-106 Delta Darts. De meeste hiervan kwamen van ‘dat andere vliegtuigkerkhof’: AMARC bij Davis-Monthan in Arizona, waar de Amerikaanse defensie afgedankte vliegtuigen opslaat. Flight Systems gebruikte zelf ook een paar F-100’s, als testvliegtuig en als doelsleper. Enkele hiervan hebben nog jarenlang op Mojave opgeslagen gestaan.
Oefendoel
Begin jaren ’90 werd overgeschakeld op de F-4 Phantom als FSAT oefendoel. Uiteindelijk zijn er in bijna 40 jaar tijd op Mojave honderden straaljagers omgebouwd door Flight Systems, dat later Tracor Flight Systems werd. In 1999 werd het bedrijf overgenomen door BAe Systems. In 2013 werd de allerlaatste Phantom door BAe Systems omgebouwd tot oefendoel.
Besturing
Meer dan 300 F-4 Phantoms zijn door Tracor/Bae Systems omgebouwd tot QF-4 ‘drone’. Conversie tot onbemand, op afstand bestuurbaar doel was niet heel eenvoudig. Per toestel kostte het ombouwen $800.000 en nam het ongeveer vier maanden in beslag. In de neus werden de radar en bewapening vervangen door een besturingssysteem.
Raak
Verder werd een scoresysteem ingebouwd, dat bijhield hoe dichtbij een raket is gekomen (en dus wel of niet ‘raak’ had geschoten). De sensoren hiervoor zijn zichtbaar als kleine witte ‘antennes’ op staart en vleugeltip. Op de rug van het toestel kwam een uitstulping, waarin een transponder werd geplaatst. Hiermee kon de positie van het toestel worden bepaald. Verder werden de staart en vleugeltips van alle QF-4 Phantoms rood geschilderd.
Piloot
Hoewel de Phantom drones zonder piloot konden vliegen, bleef de cockpit gewoon intact. Testvluchten tijdens de ombouwfase werden gewoon uitgevoerd door piloten van Tracor. Maar ook na aflevering aan de USAF werden nog veel bemande vluchten uitgevoerd. Tijdens testvluchten van het besturingssysteem, trainingsvluchten voor de vliegers en vluchten als doel voor ‘niet-dodelijke’ wapensystemen was er altijd een piloot aan boord. Alleen als er met ‘live’ raketten werd gevuurd op de drones, was er geen piloot aan boord. Bijna alle QF-4 Phantoms zijn zo aan hun einde gekomen.
Tanker
Naast het ombouwen van straaljagers tot ‘drones’ heeft BAe Systems ook andere projecten gedaan voor de Amerikaanse defensie. Zo werden tussen 1999 en 2002 alle USAF KC-135 tankers op Mojave voorzien van GPS, nieuwe radar en navigatiesysteem (het Pacer-CRAG programma). Dit maakte een navigator als bemanningslid overbodig.
Honderden
Inmiddels worden nu F-16’s omgebouwd tot vliegende schietschijf, maar niet op Mojave. Helaas voor BAe, won Boeing het contract hiervoor met de Amerikaanse defensie. De F-16’s worden nu in Florida geschikt gemaakt als FSAT.
Voor dit artikel is gebruikt gemaakt van diverse online bronnen, onder meer AMARC Experience, Flight Systems Sabres, US Air Force en RCAF Museum Alberta.
‘Save the Whale!’. De beloning voor wie dit artikel helemaal uitleest: een walvis in de woestijn! De A-3 Skywarrior was het grootste toestel dat door de US Navy operationeel vanaf de vliegdekschepen is ingezet. Vanwege zijn omvang kreeg de Skywarrior als bijnaam ‘The Whale’. Oorspronkelijk bedoeld als bommenwerper, maar in latere jaren vooral gebruikt als tanker en voor elektronische oorlogsvoering. Na pensionering bij de US Navy in 1991 ging een aantal Whales over naar civiele bedrijven met contracten voor defensie. Eind jaren ’90 stonden een paar Skywarriors opgeslagen op Mojave, nadat hun eigenaar failliet ging. Defensiebedrijf Raytheon heeft deze TA-3B, samen met een paar andere Skywarriors, vervolgens weer in gebruik genomen. Ze werden gebruikt voor testen van radars. Wat er uiteindelijk met deze ‘Whale’ gebeurt is, valt niet meer te achterhalen.
De nieuwe Bose A30-pilotenheadset: beter dan ooit?
Bestel nu in de webshop van Bose Aviation!

