In een recente brief aan de Tweede Kamer schrijft staatssecretaris van Defensie Barbara Visser over het voornemen om de vier C-130H Hercules transportvliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht versneld te vervangen. Hoewel de bewindsvrouw in het Kamerstuk geen duidelijkheid geeft over het nieuwe type transportvliegtuig, is de kans groot dat de luchtmacht nog tot voorbij 2050 met de Hercules blijft vliegen.
In 1994 ontving de luchtmacht twee nieuwe Lockheed Martin C-130H-30 Hercules transportvliegtuigen. In 2010 kwamen daar nog eens twee tweedehands C-130H’s bij. Deze vervingen vier Fokker F60 transportvliegtuigen, die slechts tien jaar in dienst zijn geweest bij de luchtmacht. Vanwege hun relatief geringe transportcapaciteit, was er behoefte aan een groter toestel.
Gemoderniseerd
De tweedehands Herculessen zijn overgenomen van de Amerikaanse marine. Nadat ze een aantal jaren in opslag hebben gestaan in de woestijn van Arizona, zijn ze door een bedrijf in Groot-Brittannië voor Nederland gemoderniseerd tot C-130H standaard. Hoewel beide airframes zo’n 40 jaar oud zijn, zijn ze dus vijftien jaar geleden nog gereviseerd.
Vernieuwing
Toch is het volgens de luchtmacht tijd voor vernieuwing van de tactische transportvloot – tien jaar eerder dan gepland. Oorspronkelijk was voor de vier transportvliegtuigen nog een ‘instandhoudingsprogramma’ begroot, om de levensduur met minsten tien jaar te verlengen. Volgens Defensie is de zowel de inzetbaarheid als het aantal transporttoestellen op dit moment onvoldoende. “(…) de gelijktijdige uitvoering van de taken van de Nederlandse C-130 [wordt] thans tijdelijk beperkt. (…) Defensie concludeert dat de initieel geplande instandhoudingsprogramma’s niet tot de noodzakelijke verbetering van de inzetbaarheid van de vloot zullen leiden.”
Voordeliger
Volgens Defensie is het financieel voordeliger en beter voor de inzetbaarheid, om de C-130’s meteen te vervangen en niet eerst nog een modernisering uit te voeren. Als de toestellen inderdaad binnenkort vervangen gaan worden, welke typen maken dan het meeste kans?
Voorkeur
Voor de nieuwe transportvliegtuigen is 250 miljoen tot 1 miljard euro gereserveerd. Voor dit bedrag zouden vijf of zes C-130J toestellen kunnen worden gekocht. De luchtmacht heeft van oudsher een voorkeur voor Amerikaanse vliegtuigen. Overstappen van de C-130 naar de C-130J ‘Super Hercules’ lijkt dan ook een voor de hand liggende stap. Omscholen van het personeel op deze nieuwe versie van de Hercules zal ook relatief makkelijk zijn.
Airbus
Aanschaf van drie of vier Airbus A400M Atlas transportvliegtuigen zou ook kunnen voor dit bedrag. België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië beschikken ook al over de A400M. Maar de laatste drie landen hebben óók de C-130J gekocht, omdat voor sommige transporttaken de Atlas te groot of gewoon minder geschikt is.
Alternatieven
Andere alternatieven zijn de Braziliaanse Embraer KC-390 en de Japanse Kawasaki C-2. Portugal heeft de KC-390 besteld als vervanger van de C-130. Omdat de KC-390 niet voldoet aan de Nederlandse eisen wat betreft vliegbereik, valt deze eigenlijk af. De C-2 voldoet wel aan de eisen, en is qua prijs en laadvermogen vergelijkbaar met de A400M. Tot 2014 hanteerde Japan een verbod op de export van wapens. Kawasaki heeft sindsdien wel geprobeerd om de C-2 te verkopen aan buitenlandse klanten, maar tot nu toe nog zonder succes.
Noodzakelijk
Is vroegtijdige vervanging van de Nederlandse Herculessen wel echt noodzakelijk? Zoals gezegd zijn de twee oudste Nederlandse C-130’s relatief recent gemoderniseerd. De Hercules staat bekend om zijn lange levensduur. Zo zullen de veertig jaar oude Herculessen van de Zweedse luchtmacht op korte termijn nog niet vervangen worden. Nieuw-Zeeland heeft eerder dit jaar besloten om de ruim vijftig jaar oude Herculessen te vervangen door C-130J’s. Dus investeren in een instandhoudingsprogramma in plaats van versneld nieuwe toestellen kopen, is het overwegen waard.
Eeuwfeest
Sinds het einde van de Koude oorlog is er jarenlang fors bezuinigd op Defensie. De laatste jaren heeft Nederland meer geïnvesteerd in defensiematerieel en deze trend lijkt zich voort te zetten. Van dat klimaat lijkt Defensie te willen profiteren, door nu in te zetten op vernieuwing van de tactische transportvloot. Of het over tien jaar nog steeds mogelijk is om een dergelijke investering te doen, is maar de vraag. De kans is dus groot, dat we binnen een paar jaar weer nieuwe Herculessen kunnen verwelkomen. In 2054 is het honderd jaar na de eerste vlucht van het prototype van de C-130A Hercules. Waarschijnlijk kunnen Nederlandse C-130J’s dat eeuwfeestje meevieren.