Dave ‘Bio’ Baranek vloog tussen 1980 en 1998 bij de Amerikaanse marine op de F-14 Tomcat. In zijn derde boek ‘Tomcat RIO’ schrijft hij opnieuw over zijn loopbaan bij de US Navy. Up in the Sky sprak met hem via Skype over zijn carrière.
“Van jongs af aan had ik de droom om marinevlieger te worden, en dan het liefst op de F-14 Tomcat. Een ‘college degree’ is een vereiste om marineofficier te worden, dus begon ik met studeren aan de Georgia Tech universiteit. Tijdens mijn college-studie heb ik deelgenomen aan het ROTC programma. Dat is een opleidingsprogramma voor reserve-officieren, gericht op studenten. Helaas merkte ik tijdens mijn studietijd dat mijn gezichtsvermogen langzaam achteruit ging. Dat betekende dat ik geen piloot meer zou kunnen worden! Het heroriënteren heeft wel even geduurd, maar uiteindelijk heb ik de omschakeling gemaakt. Ik besloot dat ik Radar Intercept Officer (RIO) op de Tomcat wilde worden, de man achterin dus.”


Het tweede bemanningslid in de Tomcat was de RIO. Tegenwoordig wordt ‘de man achterin’ vaak WSO genoemd, Weapon Systems Officer. De meeste gevechtsvliegtuigen van US Navy zijn achterin niet uitgerust met een stuurknuppel. De RIO achterin een Tomcat kon het toestel dus niet besturen.
Opleiding
“Als vliegend marineofficier (en niet-piloot) kun je op allerlei vliegtuigtypen geplaatst worden, maar ik wilde maar één ding: RIO worden op de F-14 Tomcat. Het was niet makkelijk, want er waren veel gegadigden, maar het lukte. Na de vooropleiding op NAS (Naval Air Station) Pensacola werd ik geselecteerd voor de F-14. Op NAS Miramar, destijds de grootste marinevliegbasis aan de Amerikaanse westkust, kreeg ik mijn training op de Tomcat. In 1981 was ik klaar met mijn opleiding en werd ik geplaatst bij mijn eerste squadron, VF-24 ‘Fighting Renegades’.”


© Dave Baranek
Film
Tijdens zijn periode bij dit squadron volgde Baranek de cursus voor F-14 bemanningen bij de US Navy Fighter Weapons School (NFWS), beter bekend als Topgun. Topgun werd in 1969 opgericht om gevechtsvliegers en RIO’s van de Amerikaanse marine te trainen in het voeren van luchtgevechten. In 1984 werd Baranek gevraagd om opnieuw naar Topgun te komen – maar dan als instructeur! Tijdens de opnamen van de film Top Gun in 1985, was Baranek één van de adviseurs namens de US Navy.
“Veel mensen hadden kritiek op het waarheidsgehalte van de film. Maar je moet je wel realiseren dat het geen documentaire is. Het is een standaard buddy film, dat zich afspeelt binnen een US Navy squadron en bij US Navy Fighter weapons School. Het is dus fictie, met realistische elementen.”

De verschijning van ‘Top Gun Maverick’, het vervolg op de film uit 1986, is opnieuw uitgesteld, nu tot de zomer van 2021.
“Ik heb de trailers gezien, en die zien er mooi uit. Zoals je weet ben ik niet betrokken bij het vervolg. Op het eerste gezicht lijkt de film realistischer dan de eerste Top Gun film, met misschien wel meer vliegscenes. Laten we zeggen dat Top Gun Maverick de opwinding van het vliegen vasthoudt.”
Boek
In Baranek’s boek ‘Topgun Days’ beschrijft hij zijn eerste jaren op de F-14, waaronder ook zijn ervaringen als student en instructeur bij Topgun. Een paar jaar later verscheen een tweede boek, ‘Before Topgun Days’. In deze ‘prequel’ beschrijft hij het begin van zijn carrière, tot en met de opleiding als RIO op de F-14. Het recent verschenen boek ‘Tomcat RIO’ gaat over Baranek’s jaren na Topgun.

“Mijn laatste boek ‘Tomcat RIO’ heeft een wat lossere schrijfstijl. Dat komt onder meer omdat ik bij het schrijven van ‘Topgun Days’ het gevoel had dat ik namens iedereen bij Topgun het woord deed. Ze keken als het ware over mijn schouder mee. In ‘Tomcat RIO’ beschrijf ik mijn carrière na Topgun, veel meer vanuit mijn persoonlijke ervaringen.”
Hogerop
“Na mijn periode als Topgun instructeur werd ik geplaatst bij VF-2, opnieuw een operationeel F-14 squadron. Als je bij de US Navy hogerop wilt komen en een leidinggevende functie ambieert als vliegend officier, moet je ook een staffunctie hebben bekleed. Dus van 1990 tot 1996 heb ik mijn ‘ground tour’ gedaan. Het was hard werken en niet het allerleukste wat ik bij de Navy gedaan heb. Het feit dat ik in ‘Tomcat Rio’ maar één of twee hoofdstukken besteed aan die periode van zes jaar, zegt voldoende denk ik.”

Commandant
“In 1996 begon ik bij VF-211 ‘Fighting Checkmates’ als plaatsvervangend commandant, vervolgens werd ik commandant van het squadron. Eind 1998 nam ik afscheid van het squadron, het daaropvolgende jaar ging ik uit dienst bij de marine. Terugkijkend is mijn tijd als Topgun-instructeur één van de meest memorabele van mijn loopbaan bij de US Navy. Maar om commandant te zijn van een F-14 squadron, was toch echt het hoogtepunt uit mijn carrière. Zoiets maak je maar één keer mee.”

Taken
Omdat de F-14 achterin niet was uitgerust met een stuurknuppel, kon de RIO het toestel niet besturen. De belangrijkste taak van de RIO tijdens missies was het besturen van de complexe radar.
“Verder was ik verantwoordelijk voor de communicatie met de grond en met andere toestellen, en voor de navigatie. Binnen het squadron waren de RIO’s gelijkwaardig aan de piloten. Wij kregen ook staf- en instructietaken, konden gevechtsmissie plannen en leiden. En een RIO kon ook commandant worden van een squadron, daar was ik zeker geen uitzondering in.”

Legendarisch
De F-14 Tomcat staat bekend als een legendarisch toestel. De film Top Gun heeft daaraan ook aan bijgedragen.
“In tegenstelling tot wat veel mensen denken is de F-14 niet ontworpen als een pure onderschepper. Vanaf het begin was het een echt jachtvliegtuig, dus niet alleen maar als luchtverdediger om bijvoorbeeld Russische bommenwerpers te onderscheppen. Ik kan me herinneren dat ik als jongen in de jaren ’70 in een luchtvaartblad een grote foto zag van de Tomcat die voorvloog tijdens de show op Le Bourget. Het toestel toonde z’n wendbaarheid en was echt een sensatie, zeker toen het net nieuw was. In de dertig jaar die volgden, werd de F-14 echt een legende.”
Instructeur
“Als Topgun instructeur heb ik nooit in de F-14 gevlogen. Tijdens mijn periode daar beschikten we nog niet over de Tomcat, die kwam pas later. Ik heb 450 uur geklokt als instructeur, altijd achterin de F-5F. De meeste vluchten duurden maar kort, minder dan een uur, en waren altijd heel intensief. Met de F-5 vlogen we als oefentegenstander voor marinesquadrons die naar Miramar kwamen om te oefenen. Dus dat waren vaak geweldige oefengevechten. Daarentegen waren veel van de operationele missies met de F-14 lang en saai. Combat Air Patrol (CAP) waren lange patrouillemissies, maar gelukkig had ik mijn radar waarmee ik mezelf kon bezig houden.”

Radar
“De F-5 is een compleet ander vliegtuig. De versie die wij vlogen bij Topgun had geen radar, dus was ik als bemanningslid verantwoordelijk voor navigatie en communicatie. In een luchtgevecht is een extra paar ogen natuurlijk ook handig. Als Topgun-instructeur had ik bovendien regelmatig de leiding. Ik plande een missie, deed de briefing voor de vliegers en tijdens de vlucht had ik de leiding. Ik gaf aan wanneer het oefengevecht begon (‘Fight’s on’) en eindigde (‘Knock it off’).”
Opstarten
“Een F-14 is dan ook nauwelijks te vergelijken met een F-5. Vanwege de complexe radar en wapensystemen van de Tomcat, duurde het opstarten veel langer. Bij de F-5 is het ‘starten lopen’, is de opstartprocedure een kwestie van minuten.”

Op NAS Fallon, waar Topgun sinds 1996 gehuisvest is, wordt de F-5 nog altijd gebruikt als oefentegenstander. Het NAWDC (Naval Aviation Warfighting Development Center, de officiële naam van het huidige Topgun) beschikt tegenwoordig over de F-16 en de F/A-18 Hornet. Maar VFC-13 is een squadron dat al meer dan dertig jaar met de F-5 vliegt, voornamelijk in de rol van oefentegenstander.

“De F-5 is een ontwerp uit de jaren ’60, waardoor het moeilijker wordt om nog een waardige oefentegenstander te zijn. Maar als operationele vliegers het niet oefenen, verliezen ze op den duur de vaardigheid.”
Achterhaald
In de jaren zestig werd de ‘dogfight’, het nabije luchtgevecht, beschouwd als achterhaald. Luchtdoelraketten zouden het karakter van luchtgevecht voor altijd veranderen – maar niets bleek minder waar. Hoewel de F-35 een tegenstander al van veraf kan neerhalen, wordt het luchtgevecht nog altijd belangrijk gevonden.

“De F-14 kon een Russische bommenwerper neerschieten van een afstand van meer dan 70 kilometer. Maar vaak ben je niet 100% zeker dat die tegenstander inderdaad de vijand is, en niet toevallig een verkeersvliegtuig. Dus dan schiet je je raket niet af van zo’n afstand. Zolang als er potentiële vijanden zijn, met wendbare vliegtuigen, uitgerust met raketten en een boordkanon, zolang zal het dogfight blijven bestaan. Pas als er zoiets komt als een laserschild dat het toestel beschermt en alle vijandelijke raketten meteen op afstand vernietigt, dan bestaat de dogfight niet meer.”
De persoonlijke website van Dave ‘Bio’ Baranek: www.topgunbio.com