Het was de nieuwe stap voor de luchtvaart in de jaren zestig, het supersonisch vliegen van A naar B. Een icoon voor veel mensen is dan ook de Concorde, een toestel dat door de Britse en Franse overheden werd bedacht en geproduceerd. Het was voornamelijk een prestigeproject tegenover de rest van de wereld. Het toestel had een deltavleugel en leek daarmee enorm op straaljagers uit die tijd, maar er werden meerdere pogingen gedaan om supersonisch vliegen te commercialiseren.
Wat niet iedereen weet is dat de Russische fabrikant Tupolev heeft ook een passagiersstraaljager geproduceerd. De TU-144 heeft ook niet het succes gekend wat de Concorde voor een tijd wel had. Maar wat waren de gelijkenissen en verschillen tussen de twee en waarom zijn er in die tijd niet veel meer concurrenten op de markt gekomen?
Concorde
De Concorde is een bekend historisch vliegtuig met vele snelheidsrecords op zijn naam. Het toestel heeft een lengte van ruim 61 meter en een spanwijdte van bijna 29 meter. Hiermee kon het vliegtuig 128 passagiers vervoeren op een snelheid van Mach 2,04. Dit komt neer op ruim 2500 kilometer per uur. Het eerste toestel werd onthuld in 1967, waarna de eerste vlucht volgde in het begin van 1969. Uiteindelijk werden er zestien toestellen gebouwd, waarvan er veertien ook daadwerkelijk commercieel hebben gevlogen.
Twee maatschappijen hebben de Concorde in dienst gehad. Niet geheel toevallig waren dat Air France en British Airways, maar er waren nog veel andere maatschappijen die soms zelfs al bestellingen hadden geplaatst. Zo waren bekende namen in de industrie als Lufthansa en Pan Am naar verluidt erg geïnteresseerd. De Concorde stond niet bekend om haar brandstofzuinigheid. Na de oliecrisis in 1973 besloten veel maatschappijen die oorspronkelijk interesse hadden de bestellingen af te zeggen.

TU-144
De Russische tegenhanger van de Concorde lijkt op het oog sprekend op het Brits-Franse toestel. Het toestel was met een lengte van ruim 65 meter iets langer en had eveneens een spanwijdte van bijna 29 meter. In 1961 werd begonnen met de ontwikkeling van het toestel. Het doel was een betere versie te bouwen dan de concurrent. Op de laatste dag van 1968 maakte een prototype van de TU-144 haar eerste vlucht.
In totaal werden er zestien toestellen gebouwd. De Tupolev was commercieel gezien geen groot succes met maar 55 passagiersvluchten in totaal. Er is dan ook maar één maatschappij die ooit met het toestel vloog: Aeroflot. Verder was er ook een zeer opmerkelijke samenwerking tussen Tupolev en NASA. In de jaren ’90 ontstond het plan om een TU-144 met maar 82 uur op de teller om te bouwen naar een supersonisch laboratorium. Het project heeft 27 succesvolle vluchten gemaakt. In 1999 hield het project op door bezuinigingen.

Gelijkenissen
Beide toestellen lijken qua uiterlijke verschijningsvorm veel op elkaar. Vooral de eerste prototypes van beide vliegtuigen zijn als twee druppels water. Beide zijn gebaseerd op een deltavleugel-concept om aerodynamisch stabiel te zijn tijdens het vliegen met supersonische snelheden. Naast de vleugels lijken de motoren ook op elkaar. Helaas is eveneens een gelijkenis dat er veel problemen geweest met beide toestellen zijn geweest; beide types hebben ernstige ongelukken meegemaakt.

Verschillen
Naast technische verschillen zijn er ook dingen die met het blote oog te zien zijn. De Rus is met zijn 65 meter net vier meter langer. Meest opvallend zijn de kleine vleugeltjes aan de neus van de Tupolev. De canards worden gebruikt om de landingssnelheid te verlagen. Dit was wel nodig ook gezien de snelheid waarop de TU-144 vloog hoger lag dan die van de Concorde. Tijdens de landing gebruikte de Tupolev daarom ook vaak een remparachute.
De Concorde had acht minder wielen dan haar tegenhanger. Een ander opvallend verschil tussen de twee is tot slot waar de toestellen nog te bekijken zijn. De Concorde is op vele plekken in de wereld te aanschouwen, zowel binnen als buiten Frankrijk en Engeland. De Russische tegenhanger is echter alleen maar te zien in Rusland. Eén uitzondering geldt voor Duitsland: in het Auto & Technik Museum in Sinsheim zijn beide exemplaren te zien. Dat is tevens de enige plek ter wereld waar beide toestellen tentoongesteld staan.

Concurrentie
Naast de Concorde en de Tupolev was er nog een grote speler betrokken bij het concept van supersonisch vliegen. De Amerikaanse vliegtuigbouwer Boeing had veel interesse in het ontwikkelen van een pijlsnel vliegtuig. Het project stond bekent onder de naam Boeing 2707 en zou de concurrent moeten verpletteren. Met een capaciteit van ongeveer 275 passagiers en een kruissnelheid van Mach 3 zou het toestel de concurrenten ver achter zich laten. Het ontwerp zou gebruik maken van een beweegbare vleugel, een concept dat ook op het F-14 gevechtsvliegtuig werd toegepast. Helaas werd het project in 1971 stopgezet na oplopende kosten en een te kleine markt. Er zijn in totaal twee prototypes gemaakt.
