Boeing is de laatste maanden vooral in het nieuws vanwege de problemen die het heeft met de 737 MAX. Maar de Amerikaanse vliegtuigbouwer produceert natuurlijk nog meer modellen, zoals de 787. Is de Dreamliner nog steeds een droom voor Boeing?
Voorspoedig
Nadat in 2019 wereldwijd een vliegverbod was ingesteld voor Boeings nieuwste toestel, de 737 MAX, zag Boeing de directe toekomst voor haar narrowbody markt somber in. Gelukkig was de vraag naar widebody toestellen, zoals de 777 en de 787, nog wel hoog. Medio vorig jaar produceerde de vliegtuigbouwer zelfs veertien 787’s per maand.
Verlegde focus
De focus op de 787 had meerdere redenen. De 737 MAX productie werd afgeschaald, dus was er capaciteit beschikbaar voor een focus op de widebody toestellen. Ook was er behoefte aan cashflow, en daar er vanuit het 737 MAX-programma alleen maar geld uitging, rees de gedachte om dan meer 787’s te kunnen leveren en zo meer cashflow te genereren. Daarnaast was er de hoop/verwachting dat er vanuit China een grote order zou komen.
Kentering
Hoewel er iets voor Boeings argumenten te zeggen valt, blijkt maar weer dat iets zelden volgens plan verloopt. Ondanks de relatief grote hoeveelheid openstaande orders (529 in oktober 2019), kozen veel luchtvaartmaatschappijen al vóór de coronacrisis om de levering van toestellen uit te stellen. Dit kan zijn omdat het nieuwe toestel nog niet in de operationele planning past vanwege het plannen van routes of het uitfaseren van andere vliegtuigen. Als Boeing de 787’s sneller produceert dan dat deze geleverd kunnen worden zal dit de vliegtuigbouwer niet alleen kostbare opslagruimte kosten, maar de maatschappij heeft ook liever niet dat een vliegtuig al lange tijd geparkeerd heeft gestaan voordat het geleverd wordt..

Ook de verwachte orders uit China zijn mede door de handelsbeperkingen tussen de Verenigde Staten en China niet van de grond gekomen. Gevolg is dat de hoeveelheid niet afgeleverde 787’s al enige tijd groeiende is. Nu de coronapandemie zorgt voor een flinke afname in de wereldwijde vraag naar nieuwe toestellen, wordt de situatie voor Boeing alleen maar beroerder. Als reactie hierop besloot de vliegtuigbouwer al meerdere keren om de productie naar beneden bij te stellen. Van veertien naar twaalf per maand, van twaalf naar tien, van tien naar zeven…
Versterkende factoren
De situatie wordt verder bemoeilijkt door herhaalde meldingen van productiefouten. Onder andere het staartstuk en het achterste deel van de romp zijn daarbij onderwerp van onderzoek. De inspecties worden uitgevoerd bij zowel Dreamliners op de productielijn als toestellen die al bij luchtvaartmaatschappijen vliegen.
Het is gebruikelijk voor vliegtuigfabrikanten om gebruik te maken van zogenaamde pre-delivery payments (PDP’s) voor nog niet gebouwde vliegtuigen. Deze betalingen, gedaan met tussenpozen die door Boeing en de klant zijn overeengekomen, zijn nodig om de rest van de activiteiten van de fabrikant te financieren. Luchtvaartmaatschappijen die in deze tijden met hun eigen cashflowproblemen te maken hebben, kunnen echter proberen de levering uit te stellen en dienovereenkomstig hun betalingsschema aan te passen. Dit zorgt voor een domino-effect van de vliegtuigpassagier, naar de luchtvaartmaatschappij, naar Boeing en zou het bedrijf in de problemen kunnen brengen.
Verdere verlaging
De hierboven genoemde factoren hebben er uiteindelijk in geresulteerd dat Boeing onlangs heeft gekozen om de productie van haar Dreamliner nog verder naar beneden bij te stellen. Vanaf medio 2021 zullen er nog maar vijf 787’s per maand van de ‘band’ rollen. Ook zal de productie dan alleen nog plaatsvinden in de productiefaciliteit in Charleston, South Carolina. Greg Smith, CFO van Boeing, houdt vertrouwen in het toestel op de lange termijn: “We hebben veel vertrouwen in de vooruitzichten op lange termijn voor de 787. Het toestel combineert veelzijdigheid en bewezen marktleidende efficiëntie. Het potentieel op lange termijn na de pandemie is zeer robuust. “