Het jaar 2020 gaat de boeken in als een rampjaar voor de luchtvaart. Waren er eind 2019 geruchten over een bizar virus in Wuhan te China, in de maanden die daarop volgden denderde het virus met al haar gevolgen over ons heen.

Van volle vliegtuigen die vanuit Amsterdam zich als een spinnenweb over de gehele aardbol verspreiden, komen er snel scheuren in het net. Eerst gaat China ‘op slot’. Uit ervaring weet ik dat dat niet zomaar gebeurt. Voordat die beslissing genomen wordt, moet er onomstotelijk gevaar dreigen, want het commerciële belang is groot.
Daarna vallen Europese steden om, gevolgd door restricties vanuit de Verenigde Staten. Het domino-effect is daar. De impact is gigantisch en ongekend.
Voor het vliegend personeel dat in het leven wel wat turbulentie gewend is en flexibiliteit als kernkwaliteit in zich meedraagt, wordt dit als vliegen in de grootste storm. Vliegroosters, de leidraad voor het werk-privé bestaan, vliegen eruit. Sterker nog, er zijn geen roosters meer. ‘Extra Vrij’ worden de woorden die de grootste contradictie in betekenis kunnen weergeven. Die ‘vrijheid’ wordt een directe dreiging voor het voortbestaan van het werk. Het duurt dan ook niet lang of de mensen met jaarcontracten en de uitzendkrachten krijgen het nieuws dat hun contracten niet verlengd worden en dat ze op zoek moeten naar een nieuwe baan. Dromen spatten uiteen.
De onweerswolken blijven hangen boven Schiphol. Dit is nog maar het begin. Vliegbewegingen blijven uit. Als er al gevlogen wordt dan is de bezetting (het aantal passagiers in het vliegtuig) schrikbarend laag. De vliegtuigen worden beladen met vracht. In plaats van een diversiteit aan mensen in al hun vrolijkheid, hun verdriet en met hun motieven om in de lucht te zijn, worden de stoelen bezet door lichtbruine pakketten. Strak vastgebonden aan de stoelen.
Met de verandering van passagier naar pakket verandert ook de indeling van het rooster. Het personeel moet schakelen op het hoogste niveau. Was vroeger de standaard dat je een maand van tevoren wist welke vluchten er op je rooster stonden, dan verandert dat in deze tijd al snel naar een aantal dagen van tevoren. Als je al je geluk hebt. Want er blijft een aanzienlijke kans dat de dag van tevoren Crew Control aan de telefoon hangt met het bericht dat de vlucht alsnog geannuleerd is en daarmee jouw planning vervalt.
Ook de vliegschema’s zelf zijn veranderd. Omlopen (vliegroutes) worden aan elkaar geplakt. En wanneer je aankomt op de bestemming, is de beloning na een lange werkdag niet daar. Het routeleven staat stil. Van toertjes doen, lekker shoppen en samen eten is even totaal geen sprake meer. Sterker nog, er zit een goede kans in dat de hotelkamersleutel maar één keer gebruikt kan worden. Om de kamer in te gaan en om de kamer te verlaten bij uitchecken. Mocht je toch de kamer verlaten en de deur tussentijds dicht laten vallen, dan is er het risico op een fikse bekeuring. Het vliegleven staat daarmee in al haar facetten volledig stil.
Wat de kisten zelf betreft: het duurt niet lang of de vliegtuigen staan in rijen geparkeerd op de polderbaan en later op vliegveld Eelde. Het levert prachtige, maar tegelijk hartbrekende foto’s op. Alles hoort in de lucht. Alles staat op de grond. Een gezicht dat ik (en velen met mij) van mijn leven niet zal vergeten.

Is het dan allemaal slecht?
Het is moeilijk om hier een positieve draai aan te kunnen geven en je kunt je afvragen of het eigenlijk wel wenselijk is dat ik er toch naar op zoek ga. Soms moet je namelijk in zak en as kunnen zitten. Soms mag je klagen en het leven ronduit klote vinden. Wat er nu gebeurt met de luchtvaart ís gewoon klote! Zo, ik heb het geschreven!
Maar er is meer.
Ik zie een groep mensen opstaan die de luchtvaart verlaten. Niet omdat ze dat zelf diep vanbinnen willen. Ze verlaten de luchtvaart om gedwongen ontslagen te voorkomen. Ze verlaten de luchtvaart om anderen een kans te geven te kunnen blijven. Ze verlaten de luchtvaart omdat zij hebben mogen genieten van alles wat het luchtleven brengt en omdat ze dat ook aan anderen gunnen.
Deze groep verlaat het vliegende leven met stille trom. Er is geen afscheid. Sommigen van hen kunnen alleen maar reflecteren op hun laatste reis, omdat die al geweest is zonder dat ze het zelf wisten. Geen bombarie, geen slingers of een toast op het leven op de route. De landing wordt ingezet en wanneer de koffer bij de band is opgepikt, wordt er ter afscheid naar elkaar gezwaaid. Handen schudden of een dikke knuffel zit er nu even niet in. Dit was het dan.
Na tientallen jaren dienstbaarheid in de lucht, service verlenend en klantgericht te werk geweest zijn, wordt het uniform ingeleverd. Na jaren van loyaliteit, na jaren van bruisend enthousiasme bij brullende vliegtuigmotoren en het ‘yes!’ gevoel bij de aanblik van een blauw toestel aan de gate, het gevoel dat je elkaar snapt wanneer het aankomt op het vliegleven, stap je nu met lege handen in de auto en kies je de weg naar huis. Dit was het dan.
Maar er is meer.
Ik zie een groep mensen die flexibiliteit ten top laat zien. In de ‘extra vrije’ dagen als vrijwilliger inzetbaar is in verzorgingshuizen, die coronatesten afneemt, die mensen met straatangst begeleidt bij het halen van de boodschappen. Ik zie een groep mensen opstaan die zich laten omscholen van de lucht naar het onderwijs, van de lucht naar de verpleging. Ik zie een groep mensen die ervoor kiest het leven aan te vliegen in plaats van de bestemming. Hoofd omhoog, schouders naar achteren. Laat het nieuwe avontuur, het nieuwe leven maar beginnen. Die groep mensen toont veerkracht vanuit hun tenen. Voor mij zijn ze helden.

De achterblijvers hebben de taak de luchtvaart te verdedigen en weder op te bouwen. Als ik een glazen bol had, zou ik een blik in de toekomst willen werpen. Ik zou mensen gerust willen stellen. En tegen mijn vrienden, vriendinnen, voormalig collega’s, mijn familie willen zeggen dat mensen weer de lucht in zullen gaan. Dat landen weer aangevlogen gaan worden. Dat er menselijk contact gemaakt kan worden met passagiers. Dat er menselijk contact gemaakt kan worden met collega’s. Dat iedereen die zijn baan nu verliest terug zal komen.
Maar die glazen bol heb ik niet. Helaas.
Wel weet ik dit. Diep vanbinnen en vanuit mijn diepste overtuiging, weet ik dit zeker: Als er gevlogen wordt, doe dat met alle passie en liefde die je hebt voor de luchtvaart. Neem de verantwoordelijkheid die in jouw cirkel van invloed ligt. Zo lang afstand bewaard moet worden, richt je met woorden tot de klant, tot de passagier, tot de collega. Maak oogcontact. Blijf kaartjes schrijven, blijf van kussentjes een knuffel maken. Wees creatief, zoals geen ander dat kan. Doe die PAS (Passenger Address System) met net even wat extra gevoel in de stem. Zend een boodschap van verbinding, van liefde en van empathie. En weet dat zodra er gevlogen wordt, er met joú gevlogen wordt. Want jíj maakt dat verschil. Jíj zorgt dat de persoon die je raakt in de lucht met een beter gevoel het leven aangaat dan dat hij of zij ervoor had. Jij bent daarmee goud waard. Voor je omgeving én voor jezelf.
Zorg, dat de collega’s, onze vrienden, onze helden die nu de lucht hebben verlaten en hun avontuur zijn aangegaan op de grond, deze keuze met gegronde reden hebben gemaakt. Maak ons trots!
Het jaar 2021 ligt nu voor ons. Een jaar waarin alles ‘open’ ligt. Er keuzes gemaakt gaan worden. Ook keuzes waar jij geen invloed op zal hebben. Mijn wens voor jou is, als de keuze gemaakt wordt waar jij wel invloed op hebt, dat je dan de keuze maakt voor verbinding. Verbinding van bestemming tot bestemming, maar nog belangrijker, de verbinding van mens tot mens.

Lieve lezer, lieve luchtvaartliefhebber, vanuit de grond van mijn hart: ik wens u een gelukkig nieuw jaar!
Renske Dragt is auteur van het boek ‘Love is in the air’ dat via haar website loveisintheair.nu te verkrijgen is. Cadeautip voor de feestdagen, voor uzelf of iemand anders!