Allianties zijn al jaren aan de orde van de dag in de wereldwijde luchtvaart, maar hoe kwam deze eigenlijk ooit tot stand?
Eerste samenwerkingen
Vroeger opereerden luchtvaartmaatschappijen voornamelijk zelfstanding; ieder focuste zich op zijn eigen product. Maatschappijen merkten al snel op dat het voor de passagier die een langere vlucht moest vliegen vaak een gedoe was om bij meerdere maatschappijen een los ticket te boeken om van A naar B te komen.
De eerste samenwerking ontstond in de jaren ’30 tussen Panair do Brasil, een van de grootste maatschappijen in Zuid-Amerika voor het in 1965 failliet ging, en Pan American World Airways, ook bekend als Pan Am. De twee maatschappijen werkten samen door vluchten van elkaar aan te bieden aan hun klanten. Deze samenwerking viel in de jaren 40 uiteen toen Pan Am haar aandeel in de Panair do Brasil flink verlaagde.
Een andere opmerkelijke samenwerking ontstond in 1989. Nederlandse luchtvaartliefhebbers zullen deze zich nog goed herinneren: het betrof namelijk Northwest Airlines en KLM. Zij begonnen met het codesharen van trans-Atlantische vluchten. Daarnaast zorgde deze samenwerking voor het onbeperkt uitwisselen landingsrechten aan elkaar en kregen frequent-flyers voordelen bij beide maatschappijen.


De eerste alliantie
De hiervoor genoemde samenwerkingen waren echter geen allianties. De eerste alliantie kwam tot stand in 1997. In dit jaar werd de momenteel grootse alliantie ter wereld Star Alliance opgericht. De grondleggers van deze alliantie waren Lufthansa, Air Canada, United Airlines, Scandinavian Airlines en Thai Airways. Deze vijf maatschappijen zijn ook terug te zien in het kenmerkende logo, de vijfpuntige ster.
Tegenwoordig is Star Alliance met 26 leden de grootste alliantie ter wereld. Deze 26 leden zijn goed voor een totale vloot van meer dan 5000 wereldwijd. Binnen Star Alliance is United Airlines veruit de grootste maatschappij met een vloot van meer dan 800 toestellen.
Andere volgde snel
Niet veel later volgde Oneworld Alliance. In 1999 bundelde American Airlines, British Airways, Canadian Airlines, Cathay Pacific & Qantas haar krachten. In 2000 kwam SkyTeam tot stand nadat Delta Air Lines, Air France, Aeroméxico en Korean Air tot overeenstemming kwamen.


Dit zijn tot op de dag van vandaag de 3 grote allianties. Opmerkelijk is dat Emirates en Etihad niet bij een alliantie zitten. Zij hebben wel samenwerkingen met sommige maatschappijen, maar tot een alliantie is het nooit gekomen. Ook Virgin Atlantic zit niet bij een alliantie.
Het nut van allianties
Oorspronkelijk was het doel van allanties route-sharing, ofwel het aanbieden van routes die je zelf niet vliegt, maar je partnermaatschappij wel. Daarnaast komt het gebruik van allianties vele processen op de grond ten goede. Voor passagiers levert het veel gemak op: het boeken van een reis met meerdere vluchten gaat vaak veel gemakkelijker en met de overstaptijden zijn minder lang. Daarnaast blijkt het frequent flyer-concept ook te werken: het motiveert passagiers om binnen eenzelfde alliantie te vliegen om daar loyaliteitspunten te halen.
Er is echter wel kritiek op allianties. Zo wordt in een publicatie van het Journal of Transport Economics and Policy van onderzoekers van de University of Bath gesteld dat het aanbieden van lagere ticketprijzen als gevolg van een alliantie een gevaar vormt voor concurrerende maatschappijen. Ze stellen dat allianties te machtig kunnen worden. Echter zijn er dus maatschappijen die ook zonder alliantie succesvol kunnen zijn. Nu zijn die maatschappijen wellicht de uitzondering op de regel, want voor een groot deel van de maatschappijen lijkt het lidmaatschap van een alliantie van groot belang.