Maatschappijen mogen voortaan hun eigen route kiezen boven de Atlantische Oceaan. Buiten het gemak levert dit ook veel brandstofbesparing op.
Extra vrijheid
Luchtverkeersleiders zijn start gegaan met een proef waarin maatschappijen volledige vrijheid hebben over hun eigen routes. Door de afname in het aantal vluchten boven de Atlantische Oceaan als gevolg van COVID-19 is er veel meer ruimte in het luchtruim en dus kan een proef als deze plaats vinden.
Al decennia lang zijn de vliegroutes tussen Europa en Amerika een van de drukste van de wereld. Voor de pandemie vlogen hier gemiddeld zo een 1700 vluchten per dag over de “snelwegen” boven de Atlantische Oceaan. Momenteel vliegen er nog maar ongeveer 500 vluchten per dag over de Atlantische Oceaan.
De proef wordt uitgevoerd door NATS en NAV Canada. Zij zijn verantwoordelijk voor het luchtruim van Canada en het VK. Zij zullen op de dagen dat het rustig is de maatschappijen zelf hun route laten kiezen “volledig gebaseerd op de optimale route, snelheid en richting.”
Wat levert het op?
De testen moeten maatschappijen veel kosten besparen en tegelijkertijd de uitstoot van schadelijke stoffen verminderen. De Universiteit van Reading in Engeland heeft afgelopen winter een studie gedaan waarin zij 35.000 transatlantische vluchten bestudeerden. Het resultaat uit deze studie was dat als vluchten zelf hun routes zouden kunnen plannen om maximaal gebruik te maken van de wind op dat moment, er een brandstofbesparing van 16% zou zijn. Deze 16% geldt alleen bij vluchten die richting het oosten vliegen. Dit heeft te maken dat de wind normaliter van west naar oost waait.
Voor maatschappijen is het altijd aantrekkelijk om brandstof te besparen, brandstof is nog steeds een van de, al dan niet de, grootste uitgaven. Elke procent die bespaard kan worden, moet bespaard worden. Zo hebben United Airlines en Virgin Atlantic al aangegeven om nog eens kritisch te kijken naar hun trans-Atlantische routes.
Deze kleine aanpassingen zijn voor nu de enige optie die de luchtvaart heeft om uitstoot te verminderen. Een alternatieve vorm van aandrijving is er simpelweg nog niet dus moet de luchtvaart het hebben van deze kleine vormen van besparing.