Wanneer u aan een vliegtuig denkt, is het voor u misschien niet meer dan een vervoersmiddel. Een manier van transport tussen Nederland en uw zakenrelatie in het buitenland of een mooie vakantie die u tegemoet reist. Maar wanneer we uitzoomen naar de praktische kant van de noodzaak van uw vliegreis, dan neem ik u graag mee aan boord van een wereldje dat -naast bestemmingen- ook mensen met elkaar verbindt.
Er gebeurt daar namelijk, zo hoog in de lucht, zo veel meer dan alleen vliegen. Op een bepaalde manier zou je kunnen denken dat vliegend personeel ook mensen vertegenwoordigt die werkzaam zijn in heel andere branches: het horecapersoneel, verpleegkundigen, de psychotherapeuten, de opvoeders, de verkopers, het politiekorps, de theatermakers en bijvoorbeeld de brandweer. En wat er momenteel in de luchtvaart gebeurt, een goed beeld geeft van wat er zich afspeelt in andere branches op de grond.
Vliegen is voor tienduizenden mensen een baan, een toekomst, een manier om inkomsten te genereren. En die zekerheid staat nu al maanden op het spel. Net zoals voor mensen, die op de grond werkzaam zijn, dezelfde zekerheid ook al maanden op het spel staat.
Vandaag sta ik bij de ‘driejaarlijkse’. De driejaarlijkse staat voor een training die elke drie jaar plaats vindt en die met name de focus heeft op agressietraining en noodsituaties waarbij een evacuatie niet te vermijden is. Op zo’n training zijn zowel cockpitbemanning als cabineleden aanwezig.
Met een kopje koffie in de hand laat ik mijn ogen door de zaal glijden, in de hoop dat ik een bekende zie met wie ik even kan kletsen. Maar ‘no such luck today’. Ik zal er vandaag zelf een feestje van moeten maken of -beter gezegd- netwerkend aan de slag moeten gaan. Agressietrainingen en evacuaties staan namelijk niet op mijn favorietenlijstje, dus ik zoek graag de veiligheid op van een collegiaal teamgevoel. Deze dag ‘vliegen’ we samen aan, zoals we dat ook in de lucht zouden doen.
De deur van het trainingslokaal gaat open en een clubje van veertien cabineleden en twee cockpitmannen nemen plaats achter tafels die in een U-vormige opstelling staan. Na een korte voorstelronde waarin iedereen z’n naam noemt en het aantal vliegjaren aangeeft, stelt de trainer ons voor aan de acteur van vandaag. Aan hem de eer om ons naar alle waarschijnlijkheid de stuipen op het lijf te jagen, ons te laten struikelen op onze communicatieve vaardigheden en ons een spiegel voor te houden hoe het anders, hoe het beter had gekund.
De agressie-acteur is een knappe kerel, die mij ergens bekend voorkomt. Dat vermoeden wordt snel bevestigd wanneer mijn buurvrouw aan de tafel fluistert dat de acteur in het dagelijks leven bij ‘Goede Tijden’ een boterham verdient. Maar vandaag heeft hij de rol gekregen van ‘hufter’ of ‘terrorist’ of ‘zuipschuit’. We weten het nog niet, maar het maakt ons bij voorbaat al nerveus.
De acteur lijkt een aardige vent. Hij vertelt dat we vandaag ‘open’ de training in gaan en dat we de situatie maar over ons heen moeten laten komen. In zijn woorden: “Blijf vooral rustig en wanneer het je echt te intens wordt, geef het dan aan met het woord ‘stop’, dan stop ik”. De deur valt met een klik achter hem dicht, als hij besluit in de gang op te laden voor wat er komen gaat. In ons lokaaltje stijgt de temperatuur meteen. De grond wordt ons stiekem nu al een klein beetje te heet onder de voeten, terwijl er nog niets is gebeurd.
De trainer die de dag leidt, vraagt ons op te staan van onze stoelen en de tafels naar de muren te schuiven. Met een wijds gebaar van haar armen nodigt ze ons uit om op ruime afstand van elkaar te gaan staan. Dit is de plek waar ik de situatie mag gaan ervaren. En wanneer iedereen zijn of haar staanplaats gevonden heeft, wordt ‘onze’ acteur opnieuw in het lokaal genodigd.
De aardige, knappe kerel van een paar minuten geleden is verdwenen. Er treedt een ander personage ons domein binnen. Zijn gezicht staat op onweer. Hij kijkt boos. Als een sluippoema glipt hij het lokaal door, draaiend om ons heen. Wij zijn zijn prooi. Hij mompelt boze woorden. Mijn collega’s en ik kijken allemaal stuurs voor ons uit en we laten hem zijn gang gaan.
Ik zet mijn voeten wat verder uit elkaar en probeer stevig op de grond te staan. Rechtop. Schouders naar achteren. Ik probeer mijn gezicht een ‘badass tough look’ mee te geven, in de hoop dat de acteur meer van mijn non-verbale communicatie schrikt dan ik van zijn verbale communicatie. Het lijkt ergens te lukken, want hij draait om mij heen maar loopt boos mompelend snel weer door.
Onze ‘hufter’ wordt bozer. Zijn gemompel verandert naar ongenuanceerde krachttermen. Hij begint te tieren en met flinke scheldwoorden knalt hij er van alles uit. Ook zijn gesluip verandert naar fysieke dreiging wanneer hij met zijn gezicht heel dicht bij het gezicht van mijn collega gaat staan. Hoewel ze van kleur verschiet, blijft ze voor zich uit kijken en doet niets. Ik ben alleen maar opgelucht dat ik niet in haar schoenen sta. Maar daarmee klimmen we nog een stapje hoger op de escalatieladder. Tierend en scheldend raast hij als een wervelwind tussen ons door. Hij schreeuwt nu luid door het lokaal en maakt intimiderende bewegingen.
‘Ho!!, Stop!!’
Ze is niet groot van stuk. Ze ziet er niet heel bijzonder uit. Ze is stewardess. Maar in de hoek van het lokaal staat een kleine brunette op om de poema te lijf te gaan.
‘Dit gaat te ver! Even…..Waar is dit nu goed voor?!’
Deze dame trekt aan de noodrem. En met deze twee simpele woorden stopt de tirade. Met één persoon die een grens trekt, stopt het verbale en non-verbale geweld. De acteur doet een stapje terug en begint te glimlachen. Alsof hij wil zeggen: ‘Goed zo! We hebben maar één held nodig’.
De groep ontspant en begint nerveus te lachen. ‘Sjonge! Wat wat dat een nare situatie, zeg! Wat goed van je dat je er iets van zegt!’ Het commentaar is niet van de lucht, maar het is duidelijk dat iedereen -al is het voor een momentje- de brunette tot minister-president kroont. ‘She rules!’.
De training wordt samen met de acteur besproken. Want: wat was het nut van deze nare situatie? Wat is er nu eigenlijk gebeurd?
Het doel van deze training blijkt meerledig. Aan de ene kant laat de training zien dat de situatie kan de-escaleren of zelfs stoppen, als je –in plaats van voor je uit te kijken- begint te communiceren. Tegelijk laat dit moment zien dat een persoon die actie onderneemt een grote impact kan hebben of een situatie kan veranderen voor het gehele team. Soms moet iemand het voortouw nemen, zodat de rest er profijt van kan hebben. En tenslotte: dat je als team altijd sterker staat, dan alleen. Soms zegt niemand iets, maar voelt iedereen wel aan hoe ongemakkelijk het is. Het behoeft maar één kleine brunette, één stewardess in dit geval, die ‘Ho!’ roept, die de situatie benoemt en een halt toeroept: één held om op te staan voor de belangen van ons allemaal.
Momenteel loopt er een sluippoema door het lokaal van de luchtvaart. Het is een lastige. In eerste instantie lijkt hij door het steunpakket op een knappe, vriendelijke acteur die werkzaam is bij Goede Tijden. Maar al snel verandert hij naar een tierende, losgeslagen agressie-acteur die sneltest-stokjes in neuzen propt zonder dat er klachten zijn, met zijn gedrag passagiers naar de concurrent overhevelt en ‘slots’ dreigt weg te geven aan het buitenland. De situatie escaleert daardoor in rap tempo.
Dus blijft er één vraag over: waar is die brunette, die stewardess, die in het kabinet en binnen het OMT opstaat en de volgende twee woorden roept: ‘Ho! Stop!’ Een stewardess die aan de noodrem trekt en openlijk durft te vragen waarvoor dit in vredesnaam nog goed is.
Omwille van het personeel in de horeca. Omwille van de opvoeders. Omwille van de verpleging. Omwille van de theatermakers. Omwille van de politie. Omwille van de verkopers. Omwille van de psychotherapeuten. Omwille van de mensen die werken binnen de luchtvaart. Omwille van…..U.
Pre-order nu: schaalmodel van de gloednieuwe KLM A321neo
Nu te bestellen in de webshop! Let op: limited edition.